Het ACV en middenveldorganisaties zoals Femma en Netwerk tegen Armoede zijn zwaar ontgoocheld dat de 50 miljoen euro, voorzien in de Septemberverklaring, als blanco cheque wordt toegekend aan de dienstenchequebedrijven. Enkel in de dienstenchequebedrijven die onder de gezinszorg vallen is er een akkoord tussen vakbonden en werkgevers over de besteding van de middelen. In de andere bedrijven beslist de werkgever eenzijdig over de besteding. Er is wel de verplichting om minstens twintig procent van het extra budget te besteden aan koopkracht voor de werknemers.
‘Wij appreciëren het initiatief van minister van Werk Jo Brouns (CD&V) om middelen vrij te maken en de voorwaarde dat minstens twintig procent daarvan aan de koopkracht van de huishoudhulpen wordt besteed’, reageert Kris Vanautgaerden, nationaal secretaris bij ACV Voeding en Diensten. ‘Het is echter een gemiste kans voor de hele Vlaamse regering dat de regeringspartners niet verder durfden te gaan. Van een sector die voor zeventig procent gesubsidieerd wordt verwachten we een minimum aan voorwaarden op het vlak van arbeidsomstandigheden. De praktijk bewijst dat een aantal grote spelers met gemeenschapsmiddelen zo een verdienmodel opbouwen waarbij de kwaliteit van dit zinvolle werk tot bijzaak wordt gemaakt.’
Over de noodzaak voor een leefbaar loon voor huishoudhulpen kan ook Rose getuigen, die al achttien jaar als huishoudhulp aan de slag is.