'Ons land moet meer doen dan alleen een krachtige diplomatieke rol spelen.' Dat zeggen onder meer Wies De Graeve (Amnesty International België), Hans Lammerant (Vredesactie), Marc Leemans (ACV) en Stefan van Nieuwinckel (Pax Christi Vlaanderen) in een open brief over de oorlog in Gaza tussen Israël en Hamas. Die duurt inmiddels al meer dan een maand. Intussen hopen de aantijgingen van oorlogsmisdaden zich op.
'Het internationale Wapenhandelsverdrag stelt dat staten geen overdracht van wapens mogen toelaten wanneer ze kennis hebben dat die gebruikt worden voor oorlogsmisdaden en aanvallen gericht tegen burgers en burgerdoelwitten.'
Open brief middenveldorganisaties
'De voorbije weken stroomden de beelden van Israëlische luchtbombardementen in Gaza binnen. Bij deze bombardementen worden burgers niet ontzien en wordt de bevolking tot doelwit gemaakt van een collectieve bestraffing in strijd met het internationaal humanitair recht. [...] Voor alle duidelijkheid, de aanvallen van Hamas en andere Palestijnse gewapende groepen op Israëlische burgers zijn, net als het gijzelen van burgers, ook oorlogsmisdaden. En niets verantwoordt oorlogsmisdaden.'
Wapenverdrag
Conform het Wapenhandelsverdrag willen de ondertekenaars dat wapenleveringen aan de gevechtspartijen stoppen. 'Het Wapenhandelsverdrag stelt dat staten geen overdracht van wapens mogen toelaten wanneer ze kennis hebben dat die gebruikt worden voor oorlogsmisdaden en aanvallen gericht tegen burgers en burgerdoelwitten', klinkt het.
'Die verplichting geldt ook voor doorvoer. Alle staten hebben dus de verantwoordelijkheid om te zorgen dat hun grondgebied, hun luchtruim, hun havens en hun luchthavens niet gebruikt worden om een land te voorzien van de middelen waarmee oorlogsmisdaden gepleegd dreigen te worden.'
'Helaas is in België het wettelijk kader voor de controle op doorvoer veel te laks en, voor de overheden op verschillende niveaus, is het te makkelijk en vooral heel comfortabel om hun bevoegdheden niet uit te oefenen', gaat de brief verder.
Andere kant opkijken
De ondertekenaars laken het wettelijk kader voor de controle op doorvoer en roepen 'de internationale gemeenschap op een alomvattend wapenembargo aan alle partijen betrokken bij het geweld op te leggen. Tot dat er is, moeten onze overheden in gang schieten en mogen ze niet - in strijd met hun internationale verplichtingen en de eigen beleidslijnen – de andere kant op blijven kijken.'
De ondertekenaars vragen aan bevoegde overheden om directe actie om 'de doorvoer van alle militair materiaal aan de strijdende partijen te verhinderen conform aan wat het Wapenhandelsverdrag voorziet'.