Marc Leemans - Voorzitter ACV
Beste vrienden en vriendinnen, eerst en vooral dank om deel te nemen aan deze viering. Rerum Novarum is het feest van de christelijke arbeidersbeweging. Feest omdat we dan vieren dat de aandacht voor loonvoorwaarden en werkomstandigheden een prominente plaats kregen. De rol van het sociaal overleg en van het middenveld daarbij is cruciaal en essentieel.
En daar wil ik wat over zeggen. De voorbije weken lieten vele politici hun licht schijnen. Over werk en het belang ervan. Over sociale zekerheid gefinancierd met het deel van ons loon dat we iedere maand afstaan. Het leek een ballonwedstrijd, zoveel hingen er in de lucht.
Veel hangt samen met het doel van 80% tewerkstelling tegen 2030. En met de patronale vrees voor een tekort aan werkvolk. De regeringen willen 4 op de 5 mensen aan het werk tegen 2030. Om zo de sociale zekerheid en de welvaartstaat te redden. Dat is op zich een goed idee. Vraag is of de politieke recepten die men opdist de juiste zijn. Want als al dat werken niet loont voor de portefeuille van te veel mensen én niet bijdraagt aan de sociale zekerheid én te veel mensen ziek maakt, dan is er méér aan de hand dan politiek gezichtsbedrog. Dan zorgt werken er niet voor dat mensen vooruitgaan in het leven. Dan wordt werken een straf en zorgt het niet voor sociale vooruitgang. We horen nu heel vaak “werken moet meer lonen dan niet werken”. Akkoord met die stelling. Maar blauwe politici willen dat realiseren met geknip in uitkeringen die nu al vaak onder de armoedegrens zitten. Wie wordt daar finaal beter van? Lonen stijgen niet omdat men een zieke of werkloze wat dieper kopje onder duwt. Als werken méér moet lonen is het heel duidelijk wat er écht moet gebeuren. Moeilijk is dat niet.
Eén, de lonen en de koopkracht moeten simpelweg stijgen. Maar dat kan nu niet omdat de loonnormwet en alle sjoemelsoftware die erin zit dat verhindert. Dus politici, als je wil dat werken loont, dan voer je de loonnormwet af. Daar is ruimte voor. Veel bedrijven maken stevige winsten. Straffer nog, veel bedrijven hebben van de oorlog in Oekraïne en van de COVID nasleep gebruik gemaakt om winstmarges nog hoger te maken. “Graaiflatie”, het is een nieuw woord maar ook een feit.
Twee, de regering heeft nog een andere kans om werken meer te laten lonen. Ze moet eindelijk én snel op de proppen komen met een faire fiscale hervorming. Alle puzzelstukken liggen op tafel, het wordt nu tijd om eieren te breken en een fiscaal omelet te bakken. De blauwdruk van minister Van Peteghem hebben we in globo positief onthaald. Uiteraard zijn we het niet met alles eens. Maar het is een aanzet om inkomen uit werk en inkomen uit vermogen correcter te behandelen. De rechterzijde en het werkgeversfront voelen fiscale nattigheid. Ze beginnen te vertragen en spelen nu vooral op verlengingen. Zodat dit naar een volgende, voor hen hopelijk rechtsere, regering versast. Het mag voor hen nog maar een mini-hervorming zijn. Lees: mini voor vermogenden en grote belastingontwijkers. Terwijl wij zeggen dat het nu tijd is voor méér rechtvaardigheid, op basis van het principe: een euro is een euro. Ik roep alle politici op, die vinden dat werken meer moet lonen, om snel ons vermolmd belastingsysteem rechtvaardiger te maken. Om de sterkste schouders meer te laten bijdragen.
Natuurlijk, geld alleen maakt niet gelukkig. Er is ook gezondheid. We horen vaak “Werken houdt je gezond”. Zo vaak dat een mens het nog zou gaan geloven. Helaas. De realiteit is anders.
Teveel jobs zijn ziekmakend. Om u een pijnlijk voorbeeld te geven: ongeveer 2,5 miljoen Belgen kampen met een vorm van spier- en skeletaandoeningen. Een kapotte rug, artrose, peesontstekingen; 150.000 mensen zijn daardoor langdurig ziek. Dat zijn een pak mensen die te maken krijgen met veel pijnlijk leed. Dat zijn veel mensen die werk, hobby’s of tijd met kleinkinderen zwaar gehypothekeerd zien. Naast dat menselijk leed zijn er ook andere gevolgen. Dit kost ons in totaal 300.000 gezonde levensjaren. De directe uitgaven daarvoor in de gezondheidszorg lopen op tot 3 miljard euro. De economische kost bedraagt 2 miljard euro, omdat mensen door de aandoeningen afwezig zijn op hun werk. En het probleem neemt nog toe.
Met betere aanpak en meer preventie van ziekmakend werk vallen dus letterlijk miljarden te rapen: minder uitgaven voor de sociale zekerheid én meer mensen die aan het aan het werk kunnen blijven. Om het met een andere volkswijsheid te zeggen: voorkomen is beter dan genezen.
Wat ik tot nu toe vertelde, dat is de evidentie zelf. En toch hoor ik dat zeer zelden in het politiek debat. Omdat er andere agenda’s zijn. En omdat politici te veel paniekvoetbal spelen. Ze zitten permanent in overlevingsmodus. Dat verklaart veel merkwaardige bokkensprongen na weer een ongunstige peiling. Die bokkensprongen gaan steeds verder in de richting van nog méér controleren, verplichten, disciplineren en straffen van mensen. Dat is bijzonder problematisch. Onze welvaartsstaat is altijd gebaseerd op rechten en plichten. Onze sociale zekerheid haalt zijn legitimiteit net uit het feit dat tegenover rechten ook plichten staan. Je geeft kansen en verwacht van mensen ook dat ze die kansen grijpen. Daar zit het probleem niet.
Het probleem is dat het rechten-plichten-discours nu zeer eenzijdig wordt uitgerold. De politiek is zeer amicaal voor groot kapitaal en toont bitter weinig respijt voor klein profijt. Vermogenden, grootverdieners, ondernemingen en wie zich aan solidariteit onttrekt via constructies van fiscale ontwijking en fraude of zich bezondigt aan loon- en bijdragefraude … die worden heel mild bejegend.
Maar van mensen die men verdenkt van domiciliefraude wordt vandaag de energierekening, het waterverbruik, tot zelfs het gewicht van de afvalbak onderzocht. En worden detectives ingezet om te speuren naar bezit in het buitenland. Wanneer zal men met dezelfde ijver én dezelfde middelen fiscale fraude aanpakken? Vergelijk de minnelijke schikkingen waarmee grootfraudeurs vervolging kunnen afkopen versus de aanpak van mensen en gezinnen die beroep doen op sociale voorzieningen en sociale zekerheid en die men bij het minste foutje broodrooft.
Rechtse partijen hangen een beeld op van de welvaartsstaat als een luilekkerland waar gebraden kippen je in de mond vliegen. Terwijl nu al tegenover rechten een heel arsenaal van plichten staan. Met sancties, die men almaar strenger toepast. Zelfs voor zieken en invaliden. En toch blijven die politici het beeld creëren van de sociale zekerheid als hangmat. Neem Bouchez die al jaar en dag, sancties vraagt voor werklozen die een knelpuntopleiding weigeren. Bij de laatste begrotingscontrole ook weer. Terwijl dit vandaag al bestaat in de werkloosheidsreglementering. En werkzoekenden, die een passende dienstbetrekking weigeren, worden nu al gesanctioneerd. Maar net zo goed Rousseau doet graag een “Boucheztje” met zijn basisbaan of met zieken die “moeten” genezen of met inzetten van kindergeld voor verplichte kinderopvang.
Het probleem is dat politici zo, bewust, een wij-zij-verhaal versterken, door naar onderen te schoppen en te stigmatiseren. De laatste jaren zien we hoe men grenzen verlegt, hoe het debat verhardt en verkilt.
Bijzonder alarmerend is hoe men in dit koude verhaal sterk focust op mensen met buitenlandse roots en in dat flinkse discours voorbeelden geeft vanuit die groep. Met voorop de huisvrouwen met buitenlandse roots. Dit is bijzonder gevaarlijk , omdat het alleen maar extreemrechts voedt en de onverdraagzaamheid versterkt binnen onze samenleving. Wie verbaast zich dan nog over resultaten van peilingen?
Na het tijdperk van de verlichting met waarden als vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid zijn we nu blijkbaar aanbeland in de tijd van de verplichting. Met als belangrijkste “waarde” dat een mens de wil van Markt en Staat moet ondergaan. En dat gaat heel ver. Zelfs wie werkt, moet zich ernstig zorgen gaan maken. De Delhaize medewerkers, u weet wel, ooit nog bejubeld als de helden van de corona-crisis, worden verplicht om hun lot van sociale dumping te ondergaan. De financiële en commerciële belangen van Delhaize gaan voor. De medewerkers worden behandeld als gereedschap dat, van de ene op de andere dag, in een andere en goedkopere werkkoffer wordt gegooid. En o wee als ze zich durven beroepen op hun mensenrecht om zich te verzetten. Dan krijgen ze deurwaarders en dwangsommen op hun dak. Omdat ze verenigd protesteren. Verenigd in hun vakbond.
Dus wordt die vakbond ook een rechts doelwit. Hoe de vakbond moet monddood gemaakt worden, dat heb ik trouwens zelf ook persoonlijk mogen ondervinden. Toen ik aankondigde dat ik na 12 jaar het voorzitterschap van het ACV wil neerleggen eind dit jaar en dat mijn werkgever mij in opzeg plaatst. Na het presteren van mijn opzeg, ik ben dan 64, zou ik durven stoppen met werken. Dat mag blijkbaar niet meer gezegd worden in het huidige Vlaanderen waar de elite beslist heeft dat we allemaal veel langer moeten werken. In hun kerk van het langer werken is geen plaats voor protestanten. Het is makkelijk om vanuit het politieke pluche of vanuit een ergonomische CEO-stoel te bepalen dat mensen langer moeten werken. Ongeacht het moeilijke parcours dat vele mensen moeten lopen. Velen houden het simpel niet vol. Uit alle bevragingen blijkt dat er in de samenleving geen draagvlak is voor die blinde politiek van langer werken. Juist dit blind onbegrip speelt zeker mee in de steeds extremere peilingen.
De persoonlijke afrekening was natuurlijk ook een aanval op het sociale middenveld, op de vakbond, op werknemers die zich verenigen om sterker te staan. Het moment was daar om ons nog eens op onze plaats te zetten. In het hoekje, waar we volgens de vakbondshaters thuis horen. Want de vakbond loopt in de weg. De vakbond stelt lastige vragen. Roert in potjes. Maar wees gerust, dat zullen we blijven doen!
Want we blijven, voluit in de geest van Rerum Novarum, gaan voor rechtvaardigheid. Die rechtvaardigheid steunt op twee pijlers: welzijn en vrijheid. Vandaag hebben velen géén gevoel van vrijheid in de samenleving, omdat ze moeten krabben en amper rondkomen. Vandaag hebben velen géén gevoel van welzijn in de samenleving, omdat ze zich kapot werken in slechte en ziekmakende jobs. Vandaag hebben velen geen gevoel van rechtvaardige behandeling omdat ze harder worden aangepakt dan de beter gefortuneerden. Vele mensen werken hard en verdienen toch niet genoeg om waardig te leven. Vele mensen labeuren en geraken desondanks toch niet vooruit in het leven. 64 procent van de Belgen is niet financieel weerbaar. Dat zegt een studie van Deloitte, Ugent en Argenta van begin april. Deze gezinnen komen niet rond met hun inkomen, en hebben een zeer smalle spaarbuffer. Ze maken zich elke dag zorgen over hun toekomst. De minste tegenslag is crisis. Een kapotte wasmachine is voor hen een ramp. Die vele mensen ervaren onrecht en voelen zich niet beluisterd, niet gerespecteerd. Ze zien de politiek van twee maten en twee gewichten. Ze hebben het gevoel van rerum veterum. Het al veel te lang moeten ondergaan van oude dingen. Rechtvaardigheid verschraalt. Politieke regulering faalt. Geloof in politiek daalt.
Vrienden, vriendinnen, ik heb u veel verteld. Te veel en te lang. Maar ik vind het mijn plicht om dit te doen. Als politici aan die boodschap voorbij gaan en flinterdunne ballonnetjes blijven oplaten, dan zal dat zich wreken.
Mensen voelen zich dan niet gehoord. De ongelijkheid groeit dan verder door. Zo wordt de samen-leving steeds meer een maat-schappij. Met een lat die voor te veel mensen te hoog ligt. Aan ons om daarop te blijven wijzen. Om werk te blijven maken van nieuwe en betere dingen, van Rerum Novarum.