Voor de tweede zomer op rij presenteert Visie de Reisgids op Maatschappelijk Gebied. In deze luchtige vierdelige videoreeks neemt de bekende geschiedenisprofessor en voorzitter van de commissie ‘Canon van Vlaanderen’ Emmanuel Gerard de kijker mee naar boeiende plaatsen in België.
Met het onderbelichte verhaal van de stad Mortsel, waar een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog mee leidde tot de oprichting van Familiehulp, het ontstaan van de allereerste fietsknooppunten in Limburg en een wandeling in Halle in de voetsporen van KAJ-jeugdbewegingsbezieler Jozef Cardijn.
Het ontstaan van Familiehulp
Op 5 april 1943 vielen de bommen van de geallieerden niet zoals gepland… en vielen bijna 1.000 slachtoffers in de scholen en wijken van Mortsel. Een stroom van hulp kwam op gang. Ook de-Katholieke Arbeidersvrouwen (KAV) staken de handen uit de mouwen. Enkele jaren later groeide dat uit tot… Familiehulp.
Algemeen stemrecht
Vanaf dit jaar stemden ook jongeren van 16, maar zo’n 200 jaar geleden kon enkel de rijkste klasse - amper twee procent van de bevolking - een stem uitbrengen. Stakingen, dodelijke slachtoffers en het omzeilen van de grondwet: het algemeen stemrecht kwam er niet zonder slag of stoot.
Fietsknooppunten en de sluiting van de mijnen
Wist je dat er een link is tussen het ontstaan van fietsknooppunten en de sluiting van de Limburgse mijnen?
Mijningenieur Hugo Bollen verzette zich tegen de megalomane reconversieplannen die ten koste zouden gaan van de natuur. Hij bedacht een knooppuntensysteem om het natuurtoerisme aan te wakkeren, met groot succes.
Jozef Cardijn en de KAJ
Priester Jozef Cardijn was verontwaardigd over het lot van werkende jongeren die geconfronteerd werden met armoede en uitbuiting. Om hun leven te verbeteren organiseerde hij bijeenkomsten voor fabrieksjongens. Daaruit groeide in 1924 de Katholieke Arbeidersjeugd of KAJ.
Cardijn bouwde zijn jeugdbeweging wereldwijd uit en kreeg in 1965 erkenning van de paus als kardinaal.
Gravensteen en de opkomst van industrialisatie
Aan het einde van de achttiende eeuw smokkelt ondernemer Lieven Bauwens spinmolen Mule Jenny, een Engelse uitvinding, naar ons land. Vanaf dan wordt Gent het centrum voor textiel in Europa.
Heel wat bekende gebouwen worden omgevormd tot fabriek, zo ook het Gravensteen, dat uitgroeit tot een van de eerste industriële complexen. Arbeiders verhuizen massaal naar de stad, waar ze terechtkomen in erbarmelijke omstandigheden.
Tuinwijk Diongre en de eerste sociale huisvesting
Na de eerste wereldoorlog ontstaan de eerste tuinwijken in België, een idee dat overgewaaid komt uit Engeland en een stukje stad op het platteland wil brengen. Veel groen en een uniforme bouwstijl kenmerken deze wijken. Het idee van de tuinwijken wordt toegepast in West-Vlaanderen tijdens de wederopbouw na de oorlog en bij het bouwen van nieuwe mijncités in Limburg.
Maar ook in Brussel ontstaan enkele tuinwijken, zoals de Diongre-wijk in Molenbeek. De tuinwijk bood hier vooral een antwoord op nood aan betere huisvesting en leefomstandigheden voor arbeiders die in de stad werkten en geen eigen woning konden kopen. Tuinwijken worden dan ook vaak gezien als de eerste vormen van sociale huisvesting.
Vakantiekolonie Massembre en de opkomst van sociaal toerisme
Vakantie is in de sociale geschiedenis een vrij recent verschijnsel. Pas in het jaar ’36, toen een brede staking zowat het hele land lamlegde, konden werknemers een eerste week betaald verlof afdwingen. Maar wat te doen met die verworven vrije tijd? In ’49 kocht de CM een bos en vanaf de jaren 50 gingen de eerste vakanties van de Preventieve Luchtkuren door in vakantiekolonie Massembre. Kinderen uit arbeidersgezinnen konden hier dan een week lang frisse lucht inademen.
In datzelfde Massembre doet monitor Jean-Claude twintig jaar later een huwelijksaanzoek aan Jocelyne, ook monitrice. Het koppel is vandaag vijftig jaar getrouwd.
De Brusselse Begijnhofkerk en het verhaal van migratie.
Het slotdeel van de videoreeks ‘Reisgids op maatschappelijk gebied’ zoomt in op een heel recente episode uit onze sociale geschiedenis: de opkomst van vluchtelingen en sans-papiers sinds de jaren zeventig. Voordien werd arbeidsmigratie geregeld door de overheid.
Maar de oliecrisis in ’74 luidde de migratiestop in, wat leidde tot de opkomst van illegale migratie. Onder de hoede van priester Daniël Alliet groeide de Brusselse Begijnhofkerk uit tot een symbool van protest voor rechten van vluchtelingen en sans-papiers.