België ondertekende in 2009 het VN-verdrag inzake Rechten van personen met een Handicap. Daarbij verbindt ons land zich ertoe om zich in te zetten voor toegankelijkheid en inclusie van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt of in het onderwijs. Maar vijftien jaar later wil de VN onderzoeken of de uitvoering van het verdrag ook effectief gebeurt. Een VN-verdrag is immers bindend. Een VN-comité buigt zich nu over de vraag of theorie en praktijk wel nauw genoeg aansluiten en gaat daarover in dialoog met ons land.
Schending mensenrechten
Patrick Vandelanotte en Nadia Hadad van Grip vzw, een organisatie die strijdt voor gelijke rechten voor personen met een handicap, volgen de discussie in Genève met argusgogen. Hadad: ‘ De winst die behaald is voor personen met een handicap na vijftien jaar VN-Verdrag Handicap valt helaas te mager uit. Het klopt dat er ook stappen vooruit gezet, zoals het opnemen van een artikel over het recht op inclusie en redelijke aanpassingen in de grondwet. Maar op een aantal belangrijke punten moeten we toch echt spreken van mensenrechtenschendingen.’
Wachtlijsten
Grip vzw legt een lijst met kritische bemerkingen voor aan het VN-comité. Hoog bovenaan staan de ellenlange wachtlijsten. ‘In Vlaanderen staan maar liefst 20.000 volwassenen en minderjarigen op een wachtlijst bij het VAPH (Vlaams Agentschap voor personen met een handicap, red.). Wachttermijnen kunnen zelfs oplopen tot 20 jaar. De Vlaamse regering maakt onvoldoende budget vrij om dit aan te pakken,’ stelt Grip vzw. Daarnaast zijn er te weinig mogelijkheden zijn voor personen met een handicap om echt zelfstandig te wonen en te leven in de maatschappij. Zo dwingt de samenleving hen in feite tot opname in een voorziening.’
‘In Vlaanderen staan maar liefst 20.000 volwassenen en minderjarigen op een wachtlijst bij het VAPH.’
Ook het gebrek aan investering in inclusief onderwijs blijft een heikel punt. ‘Vlaanderen houdt een apart systeem voor speciaal onderwijs in stand en investeert ondermaats in inclusief onderwijs’, aldus Grip vzw.
Daarnaast blijven mensen met een handicap ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. Niet alle werkplekken zijn makkelijk toegankelijk. Discriminatie blijft eveneens al te vaak sluimeren.
Aangepast werk
Ook het ACV erkent dat mensen met een arbeidsbeperking nog al te vaak moeilijk hun weg vinden naar de werkvloer. Aangepast werk kan echter soms met relatief kleine ingrepen de drempel verlagen. ‘Er zijn al heel wat tegemoetkomingen en premies,’ legt bijblijfconsulente bij het ACV Karin Blommaert uit. ‘Individueel maatwerk is daarvan een goed voorbeeld. Enerzijds biedt het loonsubsidie aan de werkgever, anderzijds is er extra budget voor individuele begeleiding op de werkvloer zelf.’
Vanuit VDAB is er ook budget voorzien voor aangepast materiaal op de werkvloer, gaat Blommaert verder. ‘Een voorbeeld daarvan kan een verhoogje zijn om beter de machine te kunnen bedienen. Of een slechthorende bediende ontvangt door middel van een speciale telefoon haar gsm-oproepen rechtstreeks in haar hoorapparaat.’
Toch ligt een deel van de verantwoordelijkheid ook bij de werkgever. Wil die een persoon met een arbeidsbeperking echt kansen geven of niet, vraagt Blommaert zich af. ‘Het is jammer om te zien dat werkgevers sollicitanten al te vaak meteen afrekenen op een handicap.’