Wie zonder werk zit en beroepservaring wil opdoen, kan dat via de individuele beroepsopleiding (IBO) van de VDAB. Je volgt dan één tot zes maanden een begeleide stage. Nu wil de Vlaamse regering een IBO ook mogelijk maken in de dienstenchequesector. Samen met de andere vakbonden verzet het ACV zich tegen dit plan.
‘Vandaag bestaat er in de dienstenchequesector al de verplichting dat nieuwe huishoudhulpen binnen de zes maanden vorming moeten krijgen’, legt Kris Vanautgaerden, nationaal secretaris van ACV Voeding en Diensten, uit. ‘Bovendien kunnen ervaren huishoudhulpen opgeleid worden tot coach, waarna ze instaan voor de begeleiding van nieuwe huishoudhulpen op de werkvloer.’
De invoering van een nieuw systeem ondergraaft het bestaande systeem, zegt Vanautgaerden. ‘In plaats van een arbeidsovereenkomst en het baremaloon te ontvangen, behouden de IBO’ers hun statuut en vergoeding als werkzoekende en ontvangen ze slechts een kleine financiële aanvulling. De arbeidsvoorwaarden in de sector zijn al ondermaats. Het zou dus zeer ongepast zijn om werknemers tijdens hun opleiding aan nog slechtere voorwaarden tewerk te stellen.’
Dienstenchequebedrijven worden al voor 70 procent gesubsidieerd. ‘Er is echt geen behoefte aan nog meer financiële ondersteuning van de bedrijven, waarvan de meeste trouwens mooie winsten realiseren. We vragen dat de Vlaamse regering haar voorstel terugtrekt, en het bestaande coachingsproject mee ondersteunt en faciliteert. Dat zou de uitstroom verminderen, en meer opleidingskansen bieden in de sector. Het IBO-systeem of andere VDAB-stages zou alleen maar leiden tot de creatie van een nieuwe groep werkende armen’, aldus Vanautgaerden.