Illustratie van agente op fiets die een vuistje geeft aan een meisje met haar hond.
© Peter Goes
 

Elke maand laten we iemand aan het woord die vanuit zijn of haar werk naar de wereld kijkt, deze maand is dat agente op de fiets Jasmina*.

Dominic Zehnder

Je hebt ze vast al in het straatbeeld gezien, de agenten van de fietsbrigade. Met hun blitse uniform en fiets patrouilleren deze politievrouwen en -mannen door menig grootstad. Maar wat probeert de fietsbrigade juist te bereiken vanop hun stalen ros? We spraken met Jasmina*, fietsbrigadier in hart en nieren. ‘Wij moeten het vooral goed kunnen uitleggen. Op dat punt zijn we niet gek verschillend van een stofzuigerverkoper.’

Iets echt negatiefs over mijn job kan ik niet noemen’, steekt de energieke Jasmina meteen van wal. ‘Ik vind dat ik de meest fantastische job van de wereld heb. Het stopt ook niet wanneer het uniform uitgaat. Die passie voor de fiets, de mobiliteit en de politie, dat zit er echt ingebakken.’
Daarom zal je de fervente fietsster niet vaak in een auto zien. ‘Als ik in een bepaalde situatie toch de auto moet nemen of iets moet vervoeren, dan voelt dat haast een straf. Het is wel belangrijk om af en toe met de auto door de politiezone te rijden om ook te zien hoe het verkeer voor een automobilist in elkaar zit, om de voeling daarmee niet te verliezen.’

Vooroordelen

Vooroordelen jegens de politie zijn schering en inslag. Zo wordt maar al te graag gevloekt dat agenten er alleen maar zijn om de staatskas te vullen met de pv’s die ze uitschrijven, iets wat Jasmina met klem tegenspreekt. ‘Als we alles zouden verbaliseren wat we op één dag zien, dan hebben we een probleem. Dat krijgen we gewoon niet verwerkt. We moeten dus prioriteiten stellen in wat we verbaliseren en ons bijna maximumquota opleggen. Voor ons als fietsbrigade is de bescherming van de actieve weggebruiker topprioriteit nummer één. Als mensen hufter- of patsergedrag vertonen, door fout te parkeren of door andere mensen al rijdend in gevaar te brengen, dan grijpen wij uiteraard in’, zegt ze vastberaden.

‘De eindbedoeling is natuurlijk om het gedrag van mensen te wijzigen, zodat er op termijn geen boetes meer uitgeschreven moeten worden. Het is wel bijna monnikenwerk. Je moet vaak heel vaak op dezelfde nagel kloppen voordat er bij sommigen iets aan het gedrag wijzigt. We zien wel dat in wijken waar we veel boetes uitschrijven of de infrastructuur aangepast wordt, dat de boetes daar op termijn verminderen of zelfs helemaal verdwijnen.’

Geen cowboys

De kijk op agenten op de fiets is sinds de start van de fietsbrigade in de jaren 2000 volgens de agente enorm verbeterd. ‘Aan de combi-patrouilles hangt toch nog steeds een cowboy-imago. Dat ontbreekt bij ons volledig. We vallen op in het straatbeeld omdat we een heel zichtbaar uniform aanhebben. Zo zijn we heel benaderbaar, wat bij patrouilles in een combi toch niet altijd even gemakkelijk is. Zij zitten daar vaak met de ramen dicht en een muziekje op de achtergrond, waardoor er een hele drempel is om hen aan te spreken.’

‘Soms staan wij bijvoorbeeld voor een rood licht te wachten met de fiets en dan kunnen we eenvoudig een babbeltje slaan met andere fietsers die daar ook staan te wachten. Dat is een veel betere manier om als agent toch dichter bij de bevolking te staan dan bij andere soorten patrouilles. Te voet heb je dat uiteraard ook, maar met de fiets kun je veel meer kilometers afleggen. Wij fietsen per dag tussen de 35 en 70 kilometer, dus we dekken een vrij groot gebied.’

Duizendpoot

Het werk van een politieagent is grondig veranderd in vergelijking met enkele jaren geleden, legt Jasmina uit. ‘Tegenwoordig verwachten we veel meer van een politieagent dan vroeger. Een politieagent moet een psycholoog zijn, én een bemiddelaar, én streng, én zachtaardig, én maatschappelijk inzicht hebben én iemand zijn die zich in duizend bochten kan wringen en verschillende petjes kan opzetten om toch maar elke minuut van de dag goed te besteden.’

Ook bij de fietsbrigade horen de minder fraaie kantjes van het politiewerk. De moeilijkste momenten zijn volgens Jasmina wanneer je iemand slecht nieuws moet brengen. ‘Wanneer je ergens moet aanbellen om te vertellen dat een geliefde is omgekomen in het verkeer … Dat zijn momenten die echt onder je vel gaan en die je mee blijft dragen voor de rest van je leven. Vooral wanneer er kinderen bij betrokken zijn. Langs de andere kant zijn dat ook de momenten die aantonen waarom onze taak zo belangrijk is en dat we er niet zijn om gewoon wat pv’s te schrijven, maar om soortgelijke situaties in de toekomst te vermijden.’  

*Jasmina is een schuilnaam.

Visie Nieuwsbrief inschrijven

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief!

Aanbevolen

'Geen dag zonder bloed'

Hoe kijken we vanuit ons werk naar de wereld? Elektricien in de bouw Steve* zag in dertig jaar de wensen van klanten veranderen, maar sommige dingen...
   17 maart 2023

‘Tatoeëerders zijn niet allemaal stoere binken’

Van de oude Egyptenaars tot Ötzi, de Oostenrijkse ijsmummie: zelfs in de oudheid waren ze al fan van tatoeages. Het is dus allesbehalve een recent...
   07 februari 2023

‘Wij slachters doen aan eerstelijnszorg’

Netjes verpakt en in de klinische koeltoog van de supermarkt zijn het varkenshaasje, de kotelet en het spek hun dierlijkheid verloren. Maar uit het...
   09 januari 2023

‘24/7 klaarstaan, dat houdt niemand vol’

‘Meneer pastoor’, dat hoort hij niet meer zo vaak. Geen habijt of kruisje rond de nek: aan niets is te zien dat er een priester voor je staat. Voor...
   15 december 2022