Hans* werkt in de logistiek. ‘Eigenlijk doe ik mijn werk heel graag, maar toch ga ik elke dag met tegenzin werken, door het gedrag van de baas. Dat uit zich vooral in verbale agressie, maar ook psychologische spelletjes zijn hem zeker niet vreemd.’
‘Hij gedraagt zich als een ware dictator. In het hele bedrijf heerst er een angstcultuur voor de directie. Normale communicatie ontbreekt volledig. Er wordt enkel naar ons gebruld. Zo kregen wij net nog op de werkvloer naar ons hoofd geslingerd dat wij lui crapuul zouden zijn. Met je klachten kun je intern bij niemand terecht. De personeelsdienst kiest resoluut de kant van de directie en de interne vertrouwenspersoon heeft het bedrijf al een tijdje geleden vaarwel gezegd. Wanneer de vakbondssecretaris wil bemiddelen, krijgt ook hij enkel geschreeuw en verwijten.’
‘Er is een totaal gebrek aan respect en waardering voor de collega’s’, zucht Hans. ‘Alles wat misgaat wordt in onze schoenen geschoven en mensen worden meteen via een aangetekend schrijven vermaand. Onlangs liep er iets mis tijdens een levering bij een klant. Dat was duidelijk te wijten aan de klant zelf, maar toch kregen wij ervan langs omdat de baas naar eigen zeggen toch moeilijk de klant de schuld kan geven. Dan worden wij maar als zondebok gebruikt.’
‘Verbale agressie en psychologische spelletjes zijn de baas zeker niet vreemd.’
Hans, logistiek medewerker
‘Ik ben zelf al meermaals aan de deur gezet de voorbije jaren, maar telkens ik onderweg naar huis ben, belt mijn baas me met verontschuldigingen en geeft hij me mijn baan terug. Zoiets heeft een psychologische impact. Ik heb door alle stress een burn-out opgelopen waar ik nog steeds niet volledig van hersteld ben.’
Waarom Hans dan niet de eer aan zichzelf houdt? ‘Ik heb heel fijne collega’s die ik niet zomaar in de steek wil laten. Wij zijn een hechte groep die hier al heel wat jaren aan de slag is. Bovendien, waar moet ik naartoe? Ik ben eind de 50. Bedrijven staan niet te springen om nog iemand van mijn leeftijd aan te nemen.’
Destructieve leiders
Hoogleraar managementwetenschappen aan University College Dublin Jan Rosier ziet dergelijke praktijken in het werkveld geregeld voorkomen. ‘Dit is een schoolvoorbeeld van een destructieve leider. Een dergelijke manager doet alles om een doel te bereiken, ook al gaat dat ten koste van werknemers. Dat is iemand die mensen gebruikt, geen acht slaat op wie zij zijn en waar hun gevoeligheden liggen, en die niet stilstaat bij hoe zijn gedrag een negatieve impact heeft op het leven en welzijn van anderen. Het enige doel van een destructieve baas is zichzelf er goed doen uitkomen in de ogen van zijn oversten.’
‘Vaak wordt gezegd dat macht gek maakt, al is dat niet noodzakelijk zo. Maar wanneer een leidinggevende te lang in eenzelfde positie zit zonder van in het begin op gezonde en duurzame wijze om te gaan met zijn medewerkers, dan kan dat op termijn omslaan in destructief leiderschap. Daarom is open in dialoog kunnen gaan met je leidinggevende zo belangrijk. Ik ben er wel nog steeds van overtuigd dat destructieve leiderschap ook een aantal kenmerken met zich meedraagt die al van in het begin aanwezig waren in de persoon. Het is niet voor niets dat veel topmanagers bijvoorbeeld een groot ego hebben.’
Hand boven het hoofd
Rosier benadrukt dat in managementscholen wel degelijk aandacht besteed wordt aan goed leiderschap, maar dat dat snel wordt vergeten zodra iemand in een hypercompetitieve context terechtkomt. ‘Een goede managementopleiding leert studenten om te focussen op de talenten en kennis van personen en dat juist te voeden en ondersteunen. Maar telkens weer krijg je van oud-studenten te horen dat ze dat moeilijk in de praktijk kunnen omzetten omdat ze zware druk voelen om zo snel mogelijk hun winstdoelen te behalen. In die context handelen ze op den duur niet langer naar eer en geweten om zelf te kunnen overleven in die omgeving.’
‘Een goede managementopleiding leert studenten om te focussen op de talenten en kennis van personen en dat juist te voeden en ondersteunen.’
Jan Rosier, hoogleraar managementwetenschappen
Dat destructieve bazen vaak lang ongemoeid hun gang kunnen gaan is geen wonder, stelt Rosier. ‘Wanneer je een manager hebt die zijn team slecht behandelt, maar die wel heel wat opbrengt voor de organisatie, dan moet je al heel sterk in je schoenen staan als bestuur om dat gedrag te corrigeren, met als risico dat alles wat die voor het bedrijf al realiseerde teniet wordt gedaan. Kijk maar naar Plopsaland. Pas toen het imago van het bedrijf op het spel stond, werd ingegrepen. Daarom trek je als werknemer in dat geval nog te vaak aan het kortste eind.’
‘De enige oplossing om dit soort gedrag tegen te gaan – en dit zal bij veel toplui wellicht in het verkeerde keelgat schieten – is een verdere democratisering van ondernemingen. Want wie stuurt nu de onderneming? Al wie kapitaal inbrengt. Bij een doorgedreven democratisering van een onderneming waarbij ook diegenen die hun arbeid en tijd investeren, de werknemers dus, zou het mogelijk zijn dat ook zij vertegenwoordigers krijgen in de raad van bestuur en dus onder andere mee kunnen beslissen over wie het bedrijf leidt. Daardoor moet de baas ook verantwoording afleggen aan het personeel en niet enkel aan de geldschieters’, besluit Rosier.
*Hans is een schuilnaam
Wat kun je doen wanneer je baas een grens overschrijdt?
Jij bepaalt wanneer een grens overschreden is. Maak duidelijk dat dit gedrag niet oké is en stel duidelijk je grenzen. Ga zelf niet in de tegenaanval. Praat er vervolgens ook zo snel mogelijk over met iemand uit je omgeving. Schakel indien nodig verdere hulp in:
- Stap naar je personeelsdienst
Wanneer je (directe) leidinggevende grenzen overschreden heeft, kun je in eerste instantie aankloppen bij je personeelsdienst.
- Ga naar de vertrouwenspersoon
Wil je liever discreet en anoniem je verhaal kwijt, dan kan de vertrouwenspersoon een goede gesprekspartner zijn. Die persoon is opgeleid in het omgaan met vertrouwelijke informatie, kan raad geven en bemiddelen op de werkvloer.
- Neem contact op met de externe preventiedienst
Stap je liever niet naar de vertrouwenspersoon of interne preventieadviseur, of heeft je bedrijf geen vertrouwenspersoon? Of je merkt dat de feiten ernstig zijn en het gedrag zich blijft herhalen? Dan kun je je externe preventiedienst inschakelen. De contactgegevens vind je in je arbeidsreglement. Je kunt steeds (anoniem) terecht bij de preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPS) voor een gesprek.
Vergeet niet de vakbondsvertegenwoordigers in je onderneming in te lichten. Zij spelen een belangrijke rol in het aankaarten van ongewenst gedrag.