‘Volgens de werkgevers is het vrij eenvoudig, je mag vragen wat je wil maar het moet allemaal binnen hun gesloten budget blijven. Concreet betekent dit dat we de vraag naar koopkrachtverhoging moeten laten vallen om een correcte vergoeding te krijgen voor kosten die de werknemer maakt in dienst van de werkgever. Dat is absoluut absurd. De koopkracht van mensen met de laagste lonen van België moet dus ingeruild worden voor het terugbetalen van onkosten.’
‘Momenteel betalen de werkgevers een vergoeding van 13 cent per kilometer. Zij willen daar 15,5 cent van maken, maar eigenlijk zou dat 37 cent moeten zijn. Want zelfs al wordt die verhoging ingevoerd, dan zullen de huishoudhulpen twee derde van de reële verplaatsingskost uit eigen zak moeten betalen. En dan spreken we nog niet over het verlies aan koopkracht, waar de werkgevers blind voor zijn.’
Respect
‘Dit is een conflict door gebrek aan respect geworden. De sector wordt voor zeventig procent gesubsidieerd door de overheid en toch zijn er talloze commerciële spelers die maar één doel hebben: dividenden uitkeren voor hun aandeelhouders. Eigenlijk horen zij zelfs niet thuis in de sector. Daarom vragen wij aan de overheid om over te gaan op gedifferentieerde subsidiëring. Dat wil zeggen dat de kleinere bedrijven die hun werknemers correct behandelen hogere subsidies krijgen. En dat de grote commerciële bedrijven, die al meer dan voldoende reserves hebben, een verlaging zien in hun subsidies. Vandaag is er geen controle op de besteding van de subsidies. Wij willen dat de bedrijven daarvoor verantwoording afleggen.’
'Door het laten aanslepen van de onderhandelingen houden de grote spelers de kleine bedrijven in een wurggreep’
Kris Vanautgaerden
‘In Vlaanderen ligt een budget van 41 miljoen euro klaar, om onze sector te helpen. Maar aan dat geld zijn voorwaarden verbonden. Vlaams Minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) wil eerst een sectorakkoord zien vooraleer het geld wordt vrijgemaakt. Die middelen zijn nodig om de indexering van de lonen op te vangen. Maar daaraan zie je dat de grote bedrijven het hard spelen. Zij hebben die middelen minder hard nodig dan de kleine spelers in de markt. Door het laten aanslepen van de onderhandelingen houden zij dus eigenlijk de kleine bedrijven in een wurggreep.’
‘Maar de mensen die dit het meest voelen zijn de huishoudhulpen. Zij moeten elke maand tot 200 euro aan vervoerskosten betalen, gewoon om hun werk te doen. Zij hebben al zowat de laagste lonen in ons land en dan worden zij momenteel ook nog eens geconfronteerd met alsmaar stijgende brandstofprijzen. Het water staat hen aan de lippen. Daarom wordt het tijd dat we overgaan naar harde acties, omdat de werkgevers doof blijven naar hun vraag.’