‘Verhoog de waarde van een dienstencheque per direct met 5 euro.’ De oproep van de werkgeversfederaties in de dienstenchequesector kwam er met de nodige stampij. ‘Dit is een noodkreet, de sector staat op omkantelen. Zonder extra middelen dreigen faillissementen.’ De klanten moeten niet noodzakelijk meer betalen, vinden de werkgevers, wel moet een hogere subsidie van de Vlaamse overheid de sector zuurstof geven.
Hoewel twee derde van de dienstenchequebedrijven, volgens de bevoegde overheid, geen financiële problemen heeft, baart de financiering van de sector al langer zorgen. De lonen van de huishoudhulpen schommelen maar net boven de armoedegrens. Kleinere, meer sociaal gedreven werkgevers krijgen het financieel steeds moeilijker. Zelfs de grootste spelers, waarvoor de meeste huishoudhulpen werken, zien jaarlijks hun (nog steeds riante) winstmarges dalen.
'Grote, commerciële bedrijven beweren het op te nemen voor hun huishoudhulpen, maar ze vertikken het om zelfs maar de meest elementaire welzijnsregels in acht te nemen.'
Kris Vanautgaerden, ACV Voeding en Diensten
Kris Vanautgaerden van ACV Voeding en Diensten erkent dat er iets moet veranderen. ‘In reële termen zijn de lonen van de huishoudhulpen er de voorbije tien jaar op achteruitgegaan. De lonen schommelen maar net boven de armoedegrens.’
Maar de noodkreet van de werkgevers klinkt volgens hem bijzonder hypocriet. ‘De grote, commerciële bedrijven beweren het nu op te nemen voor hun personeel en voor de kleinere spelers. Tegelijkertijd vertikken ze het om zelfs maar de meest elementaire welzijnsregels in acht te nemen voor hun werknemers, ondanks de grove gezondheidsproblemen in de sector. En de kleinere spelers kopen ze zelf op om hun eigen winstmarges gaaf te houden.’
Gewend aan gratis geld
Waar de werkgeversfederaties op uit zijn, is onvoorwaardelijke opslag, aldus Vanautgaerden. ‘Van de vijf euro extra willen ze maar een euro aan de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de huishoudhulpen geven. Beter zou zijn om hogere subsidies voor werkgevers te koppelen aan meer omkadering, en een betere begeleiding van het personeel. Het gebruik van subsidies moet verantwoord en gecontroleerd worden. De sector is te lang gewend geraakt aan gratis geld, zonder kwaliteitsgaranties.’
Volgens de vakbonden moet het huidige systeem weliswaar helemaal worden herbekeken. ‘Maar wel zodat elke bijkomende euro naar de huishoudhulpen gaat. Dividenden aan aandeelhouders horen niet thuis in een gesubsidieerde sector die momenteel niet garant kan staan voor een waardig inkomen en een goede gezondheid.’
Vlaams minister van Werk Jo Brouns (CD&V) staat vooralsnog niet te springen voor een hogere dienstenchequeprijs. ‘We moeten eerlijk zijn’, reageerde hij op de werkgeversoproep. ‘Op dit ogenblik hebben we geen marge binnen de Vlaamse overheid om onze bijdrage nog op te trekken. En de cheques zullen ook niet meteen duurder gemaakt worden.’
‘Wij verwachten niet dat er voor de verkiezingen van 2024 nog iets aan de financiering zal veranderen’, is Ben Debognies van ACV Voeding en Diensten teleurgesteld maar realistisch. ‘De urgentie is hoog, maar in volle campagne willen de partijen hun kiespubliek niet tegen de borst stuiten.’
Doorgroeien
Vandaag kosten dienstencheques in Vlaanderen aan gebruikers negen euro per uur, en zelfs maar 7,2 euro na fiscale aftrek. Sinds 2014 is die prijs niet meer opgeslagen. De overheid past voor bedrijven nog zo’n 18 euro bij. Gemiddeld houdt een dienstenchequewerknemer daar een brutoloon van ongeveer 13,5 euro per uur aan over. Goed 800.000 Vlaamse gezinnen maken gebruik van het systeem.
‘Uit gesprekken met gebruikers merken we wel dat er marge is om de prijs voor een dienstencheque te verhogen’, aldus Kris Vanautgaerden. Eerder verhoogden het Brussels en het Waals Gewest al de prijs van een dienstencheque.
Een hogere prijs voor de klanten is een van de acht maatregelen die ACV Voeding en Diensten voorstelt om de toekomst van de sector te hertekenen. Samen met Netwerk tegen Armoede, verschillende vrouwenorganisaties en organisaties voor mensen met een migratieachtergrond, wil de vakbond onder meer een betere verloning, meer aandacht voor gezondheidsklachten – zoals spier- en gewrichtsproblemen of het werk met schadelijke producten – en verplichte vormingen zodat werknemers in de sector kunnen doorgroeien.
'De dienstenchequesector zorgt voor de instroom van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Meer dan de helft van de werknemers heeft een buitenlandse afkomst, meer dan een derde is 50-plus, en 98 procent is een vrouw.'
Kris Vanautgaerden, ACV Voeding en Diensten
De organisaties zetten hun visie voor een hervormde, gezonde dienstenchequesector al uiteen bij de politieke partijen. ‘Zodat we kunnen wegen op de verkiezingsprogramma’s’, aldus Ben Debognies, ‘en met de bedoeling om de hoognodige hervorming van de sector in het volgende regeerakkoord te krijgen.’
‘De oorspronkelijke sociale doelstellingen van de dienstenchequesector moeten opnieuw centraal komen te staan’, besluit Vanautgaerden. ‘De sector zorgt voor de instroom van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Meer dan de helft van de werknemers heeft een buitenlandse afkomst, meer dan een derde is 50-plus, en 98 procent is een vrouw. Zij zorgen voor een enorme maatschappelijke meerwaarde en mogen daarvoor veel meer gewaardeerd worden.’