Het betrokken ACV-lid (nu 30 jaar oud) werkte begin 2021 al enige tijd voor het bedrijf in kwestie. Ze was als uitzendkracht begonnen en had sinds het najaar van 2020 een vast contract. ‘Ze kreeg van de werkgever nog felicitaties met de goede verkoopresultaten’, gaat Daisy verder. ‘Een half uur nadat de werkgever formeel op de hoogte was van de zwangerschap nodigde hij haar uit voor een gesprek. Op dat gesprek kreeg ze te horen dat de samenwerking stopte.’
Onreglementair
Daisy: ‘Ze kreeg daar een opzegbrief met als datum vijf weken voordien. Dat wil zeggen dat ze zogezegd haar opzegperiode al had gedaan. Dat mag uiteraard niet, daarom hebben we een reglementaire verbrekingsvergoeding gevraagd. Daarnaast kan een bedrijf een werknemer tijdens de zwangerschap enkel ontslaan om een bewijsbare reden die niets met de zwangerschap te maken heeft. Daarom hebben we ook de beschermingsvergoeding (6 maanden loon) geëist. Toen de werkgever daarvan op de hoogte was, kwam hij plots met een ondertekend document waaruit zou blijken dat het contract in onderling akkoord was beëindigd. In dat geval heeft de werknemer geen recht op die vergoedingen. Maar dat was een vervalst document. Daarop zijn we naar de arbeidsrechtbank gestapt.’
'Als je niet zeker bent, vraag advies aan je vakbond voor je tekent.'
Daisy Beernaert
Bewijzen
Dat het onderlinge akkoord vervalst was, kon de werkneemster bewijzen. Daisy: ‘Bij haar aanwerving had ze – naast haar contract – dat document zonder ingevulde data moeten ondertekenen. Ze had daar een kopie van en heeft de echtheid ervan voor ze ontslagen werd (wellicht omdat ze aanvoelde dat dit niet normaal was) laten bevestigen door gemeente. Zo kon de rechtbank vaststellen dat de werkgever de data van dit document pas na ondertekening ervan heeft ingevuld en er dus geen onderling akkoord was.’
Zwangerschapsbescherming
De werkgever beweerde ook dat hij niet op de hoogte was van haar zwangerschap en dat hij dus geen beschermingsvergoeding hoefde te betalen. ‘Onzin’, vertelt Daisy. ‘We konden bewijzen dat ze de uitnodiging voor haar ontslaggesprek kreeg een half uur nadat de werkgever de aangetekende brief in het postkantoor afgehaald had. Ook op dat punt kregen we dus gelijk. De arbeidsrechtbank veroordeelde de werkgever in maart 2023 tot het betalen van de verbrekings- en beschermingsvergoeding, inclusief intresten. De werkgever tekende echter beroep aan tegen het vonnis.’
Eind goed …
Daardoor moest het Arbeidshof zich over de zaak buigen. ‘Dat leek ons een bizarre beslissing, het vonnis en onze bewijsstukken waren duidelijk. In mei vorig jaar bevestigde het Arbeidshof dan ook de uitspraak van de arbeidsrechtbank en vorige maand heeft ons ACV-lid alle verschuldigde bedragen ontvangen. Ze werkt nu als nagelstyliste, haar zoontje is ondertussen drie jaar en heeft een zusje van één jaar. Eind goed, al goed dus. Maar ik geef wel deze waarschuwing mee: als je niet zeker bent van een werkgeversdocument, onderteken het dan niet en doe navraag bij je vakbond. En loopt het toch ergens verkeerd, weet dan dat je als ACV-lid – als je voldoet aan de voorwaarden – recht heb op gratis juridische bijstand in de arbeidsrechtbank’, besluit Daisy.
Tekst Jeroen Pollet