Om van een arbeidsongeval te kunnen spreken, moet het gaan om een plotse gebeurtenis tijdens of op de weg van of naar je werk, die schade veroorzaakt: een fysiek of mentaal letsel. De verzekeraar (of overheid in de publieke sector) neemt zelf de beslissing of een aangifte van een arbeidsongeval aanvaard dan wel geweigerd wordt. Als je niet akkoord gaat met een weigering kun je via Fedris en indien nodig via de arbeidsrechtbank beroep aantekenen tegen deze beslissing.
Voor het slachtoffer van een arbeidsongeval kan een weigering ernstige gevolgen hebben, ook financieel. Fedris voert daarom jaarlijks een controle uit op een deel van de geweigerde arbeidsongevallen om te kijken of die al dan niet terecht geweigerd werden.
4 000 dossiers per medewerker
Fedris onderzoekt jaarlijks slechts een klein deel van alle geweigerde arbeidsongevallen (de laatste drie jaar was dit gemiddeld zo’n 15 procent). Uit goede bron vernam Visie dat Fedris vandaag beschikt over 1,5 voltijdse inspecteurs en vier voltijdse administratieve krachten om zijn onderzoek naar de geweigerde arbeidsongevallen uit te voeren. Met gemiddeld meer dan 24 000 geweigerde arbeidsongevallen per jaar in de afgelopen jaren zou dit neerkomen op meer dan 4 000 dossiers per jaar per voltijds medewerker.
'De verzekeraars innen de verzekeringspremies, maar schuiven de kosten door naar de ziekteverzekering, het slachtoffer en de werkgever.'
Stijn Gryp, hoofd dienst onderneming ACV
Het ACV simuleerde hoeveel onterechte weigeringen er zouden zijn als Fedris alle geweigerde arbeidsongevallen zou onderzoeken. Die berekening leert dat jaarlijks gemiddeld bijna 3 000 werknemers en ambtenaren het slachtoffer worden van een onterecht niet-erkend arbeidsongeval.
Wangedrag verzekeraars
‘Jaarlijks blijven dus duizenden slachtoffers van een arbeidsongeval in de kou staan’, zegt Stijn Gryp, hoofd Dienst Onderneming ACV. ‘Het ACV wil dat alle geweigerde arbeidsongevallen door Fedris onderzocht worden. Zo weet elk slachtoffer of Fedris de weigering terecht of onterecht vindt en kan het slachtoffer eventueel zelf stappen ondernemen wanneer de verzekeraar het oordeel van Fedris niet volgt. Door alle weigeringen te onderzoeken krijgen we ook een zicht en hopelijk ook meer grip op wangedrag bij sommige verzekeraars. Dat wangedrag bestaat jammer genoeg, en ik heb soms de indruk dat er een verdienmodel achter zit. Uit informele bron weet ik bijvoorbeeld dat er bij bepaalde verzekeraars meteen alarmbellen afgaan bij arbeidsongevallen die plaatsvinden op maandagochtend op weg naar het werk, zonder getuigen. Vroeger kreeg het slachtoffer vaak nog het voordeel van de twijfel. Nu wordt zo'n ongeval bijna altijd geweigerd. We zien ook onverklaarbaar grote verschillen tussen de verzekeraars bij die arbeidswegongevallen.’
Meer middelen voor Fedris
‘Om alle geweigerde arbeidsongevallen te kunnen onderzoeken, moet Fedris uiteraard meer mensen en middelen krijgen. Het ACV pleit voor een financiering door de verzekeraars met een heffing op elk geweigerd ongeval. Op die manier moet Fedris snel de middelen hebben om de verzekeraars te controleren op alle weigeringen. Daarnaast kan ook de overheid bijspringen. Een investering in Fedris zal namelijk een kostenbesparing opleveren voor zowel de sociale zekerheid, het slachtoffer dat zelf niet moet opdraaien voor de geleden schade als voor de werkgevers. Bij een geweigerd ongeval komt het slachtoffer vaak ten laste van de ziekteverzekering en moet de werkgever instaan voor het gewaarborgd loon. De verzekeraars innen de verzekeringspremies, maar schuiven de kosten door naar de ziekteverzekering, het slachtoffer en de werkgever.’
Volgens Gryp is ook een tweede ingreep noodzakelijk en bovendien eenvoudig te nemen: ‘Slachtoffers moeten onmiddellijk en gelijktijdig met de verzekeraar een kopie krijgen van de arbeidsongevallenaangifte die de werkgever heeft gedaan. Dat is nu niet het geval. Zo weten zij onmiddellijk of de aangifte effectief gebeurde en kennen ze de inhoud ervan. Alleen zo kunnen slachtoffers nagaan of de aangifte meteen alle nodige elementen bevat en een waarheidsgetrouwe weergave is van het ongeval. Klopt de beschrijving van het ongeval? Werden de namen van de getuigen doorgegeven? Klopt de opgave van de letsels? Als er info ontbreekt, kun je onmiddellijk reageren. Zo worden onnodige weigeringen voorkomen. Daarnaast is het uiteraard ook een basisrecht van elk slachtoffer om te weten wat de werkgever over zijn of haar arbeidsongeval communiceert aan de verzekeraar.’
'Geen spelletjes op kap van de slachtoffers'
Update 28 april 2023
Naar aanleiding van de zorgwekkende cijfers van het ACV en een Pano-reportage op Eén die de wantoestanden aan het licht bracht, reageerde minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) in de Kamer. ‘Ik verwacht van verzekeraars dat ze geen spelletjes spelen op kap van de slachtoffers’, zei hij. ‘Laat staan dat ze mensen van het kastje naar de muur sturen in eindeloze administratieve procedures of, erger nog, er eventueel een verdienmodel van maken.’
Getuigenis
Onderhoudsmecanicien Gerd Ennekens had een zwaar arbeidsongeval. De verzekeraar weigert al meer dan zes jaar enige terugbetaling.
'Bij het losmaken van een as van een grote kraan hanteerde ik een heel zware voorhamer. Ik maakte een slingerbeweging en er schoot iets in mijn schouder waardoor ik geen kracht meer had. Ik probeerde door te werken, want ik dacht dat het een verrekking was en ik kan wel wat pijn verbijten. Maar de pijn bleef en ik ben dan toch naar de dokter gegaan. Op een echo was niets te zien. De dokter ging ervan uit dat het een ontsteking was en ik moest het laten rusten. Het beterde echter niet, ook niet met kinesitherapie. Na een maand wilde ik weer gaan werken, maar de dokter van het werk gaf me geen toelating na een onderzoek. Bij een NMR-scan bleek dat de meniscus volledig was afgescheurd. Ik moest meteen geopereerd worden. Na een vijftal maanden kon ik weer aan het werk.’
'De arts van de verzekering noemde mij eigenlijk een leugenaar en een profiteur. Dat ging er bij mij niet in.'
Onderhoudsmecanicien Gerd Ennekens
‘Toen ik thuis zat kreeg ik te horen dat de verzekeraar mijn arbeidsongeval betwistte. De controlearts van de verzekering zei me dat mijn ongeval thuis had plaatsgevonden en dat ik snel was komen werken. Hij schreef dat zwart op wit en noemde mij dus eigenlijk een leugenaar en een profiteur. Dat ging er bij mij niet in. Zeker niet omdat na de scan de dokter zag dat het letsel een direct gevolg was van de slingerbeweging. Ik besliste om dat niet zo te laten en nam dan contact op met het ACV. Het is sinds 2016 al een paar keer voor de rechtbank gekomen en elke keer in mijn voordeel uitgesproken, maar telkens ging de verzekering in beroep. Dat straatje is nog altijd zonder einde. Frustrerend, maar ik geef niet op, want ik sta recht in mijn schoenen. Bij de laatste uitspraak bevestigde het Arbeidshof dat ik een blijvende arbeidsongeschiktheid heb van drie procent en een volledige arbeidsongeschiktheid had voor de maanden dat ik thuis was. Maar nu wil de verzekeraar dat blijkbaar ook weer aanvechten.’
‘Ik heb zeven maanden minder loon ontvangen, ik ben verlof kwijtgespeeld en kreeg nog niets van mijn invaliditeit. De verzekeraar blijft weigeren om dit te betalen. Het gaat om meer dan 10 000 euro. Maar meer nog gaat het mij om het principe. Ik doe al 26 jaar graag mijn werk, en bij het eerste voorval gaat de verzekering beweren dat ik een profiteur ben. Dat is toch onvoorstelbaar?’