De klimaatcrisis loopt als een rode draad door alle duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG). SDG 6 zet in op schoon en drinkbaar water, SDG 7 op duurzame energie. De industrie hoort innovatief en veerkrachtig te zijn, en moet grondstoffen ‘doeltreffender inzetten, en de focus leggen op schonere en milieuvriendelijke technologieën en industriële processen’ (SDG 9). Productie en consumptie moeten beter op elkaar afgestemd en verspilling tegengegaan (SDG 12). Het leven op het land (SDG 14) en in het water (SDG 15) verdienen meer aandacht. Maar bovenal roepen de duurzameontwikkelingsdoelstellingen op tot klimaatactie (SDG 13): ‘Neem dringend actie om de klimaatverandering en haar impact te bestrijden.’
Europa heeft niet stilgestaan als het over klimaatactie gaat. Het slaagde erin de CO2-uitstoot met een kwart te verminderen ten opzichte van 1990 (al neemt die wereldwijd nog toe) en de Europese Green Deal stelt voorop om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Bovendien kwamen er onder meer een natuurherstelwet om de biodiversiteit en natuurgebieden te herstellen, en een verordening om ontbossing tegen te gaan.
Kalina Arabadjieva
Maar de weg is nog lang. Het laatste IPCC-rapport van de Verenigde Naties waarschuwde ervoor dat de gevolgen van de klimaatverandering nu al sneller en sterker plaatsvinden dan verwacht. Een wereldwijde opwarming van 1,5 graden Celsius – het absolute maximum volgens het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 – zou al een feit zijn tegen 2040, en volgens de huidige trends stijgt de zeespiegel 15 meter tegen 2300.
Voor België toont een evaluatie van de klimaat- en milieudoelstellingen een dubbelzinnig beeld. Sommige trends, zoals voor schoon water, de blootstelling aan fijn stof, of voor hernieuwbare energie evolueren gunstig. Andere, zoals om het goederenverkeer op de weg te verminderen, helemaal niet. De CO2-uitstoot neemt af, maar niet genoeg om het doel voor 2030 te realiseren. De waterbom in de Vesdervallei op 15 juli 2021 die aan 39 mensen het leven kostte, heeft getoond dat natuurrampen ook bij ons slachtoffers kunnen maken.
Sociale Green Deal
Bovendien klinkt steeds vaker de verzuchting dat de klimaattransitie ‘haalbaar en betaalbaar’ moet zijn. In Nederland protesteerden de boeren luid tegen het stikstofbeleid, met als gevolg een eclatante verkiezingsoverwinning voor de BoerBurgerBeweging – symbool voor een maatschappelijke onvrede over het klimaatbeleid die veel breder gedeeld wordt dan onder boeren. De gele hesjes in Frankrijk, die in opstand kwamen nadat de Franse regering de brandstofprijzen optrok, leerden al in 2018 dat ‘de klimaattransitie sociaal zal zijn, of niet zal zijn’.
Is er wel genoeg oog voor de sociale rechtvaardigheid van de klimaattransitie? Over die vraag buigt Kalina Arabadjieva zich. Als onderzoeker aan het Europese Vakbondsinstituut (European Trade Union Institute, ETUI) werkt ze vanuit haar achtergrond in het arbeids- en milieurecht over just transitions. De sociale dimensie van de Europese Green Deal blijft vooralsnog onderontwikkeld, concludeert ze. ‘Het Europese klimaatbeleid zal waarschijnlijk de ongelijkheden in de samenleving vergroten. En de maatregelen om gevolgen zoals werkloosheid, noodzakelijke omscholingen of koopkrachtverlies tegen te gaan, blijven al te gefragmenteerd.’
De klimaattransitie zal onvermijdelijk banen kosten, met name in industriële sectoren.
ARABADJIEVA ¬ ‘In pakweg de fossiele brandstoffensector of zware industrie zullen we het moeten hebben over een vermindering van de productie. Maar we moeten benadrukken dat waar banen verdwijnen, er elders banen bijkomen. Al gaat het misschien niet om exact dezelfde banen of dezelfde vaardigheden, daarvoor hebben we omscholingen nodig.’
‘De klimaatbeweging die benadrukt dat we een democratisch debat nodig hebben over welke schadelijke sectoren we willen inkrimpen, en aan welke we meer aandacht willen schenken in het algemeen belang – de zogenaamde degrowth of voorbij-de-groei-beweging – zet bovendien sterk in op collectieve arbeidsduurvermindering om werkgelegenheid te behouden. Maar het is belangrijk dat dit zonder loonverlies komt. In Duitsland zet de vakbond in de metaalindustrie, IG Metall, nu al sterk in op een vierdaagse werkweek.’
'In Duitsland zet de vakbond in de metaalindustrie, IG Metall, nu al sterk in op een vierdaagse werkweek, met behoud van loon.’
‘Een rechtvaardige klimaattransitie impliceert sociale rechtvaardigheid en respect voor de planetaire grenzen. In die zin houdt de voorbij-de-groei-beweging er een veel positiever wereldbeeld op na dan de term degrowth suggereert. Een term als welzijnseconomie dekt de lading beter. We moeten de aandacht verleggen van economische groei naar welzijn, publieke diensten en sociale bescherming. Daar zit een grote verwantschap met de werknemersbeweging.’
Toch loopt de toenadering tussen de vakbonden en de klimaatbeweging niet altijd even vlot, zeker als er banenverlies dreigt.
ARABADJIEVA ¬ ‘Economische groei is lange tijd het middel geweest om voordelen voor werknemers te krijgen. Naarmate de productiviteit steeg, eisten vakbonden hogere lonen. Dat was de historische ruildeal tussen werkgevers en vakbonden. Toch denk ik dat de aloude methodes van vakbonden, sociale dialoog en collectieve onderhandelingen, de beste manier zijn om de klimaattransitie aan te pakken.’
‘Ook bij de SDG’s is groei geen doel op zich. Al dragen ze, in de sfeer van de jaren tachtig en negentig, de stempel van het geloof dat economische groei sociale welvaart en duurzaamheid kan brengen. Alleen is dat niet gebeurd. We hebben groei niet kunnen loskoppelen van een bedreiging van planetaire grenzen. Oneindige groei van aangeboorde grondstoffen en uitgestoten broeikasgassen is onmogelijk.’
‘De grootste uitdaging van de klimaattransitie zal erin bestaan om mensen te overtuigen dat de uitkomst ervan beter voor hen is dan het huidige systeem. Hoe vertel je aan mijnwerkers dat zij hun baan moeten opgeven, maar dat hun kinderen wel een betere toekomst zullen hebben? Veel mensen voelen de klimaatcrisis misschien nog niet aan den lijve, maar ze zien wel dat ze hun rekeningen niet kunnen betalen. Als je hen vertelt dat ze geen groei nodig hebben, zullen ze denken dat je hen uitlacht.'
'Om nog maar te zwijgen van het fake news en klimaatscepticisme dat opportunistische extreemrechtse en populistische politici verspreiden. Wij, vakbonden, weten hoe we die mensen moeten bereiken. Misschien wel beter dan de klimaatbeweging. Van die bijzondere positie moeten we gebruik maken om goed te bevragen wat werknemers willen.’
Wat zou jij vertellen tegen de mijnwerker?
ARABADJIEVA ¬ ‘Ik kan wel degelijk een goede toekomst voor hem zien. Bedenk ook dat we wereldwijd net in de mijnindustrie de grofste schendingen van werknemersrechten zien. Misschien kunnen ze hun baan niet houden, en zeker voor oudere werknemers wordt het moeilijk omscholen. Maar een rechtvaardige transitie gaat om meer dan banen en opleiding. Het gaat om sociale bescherming, aandacht voor lokale gemeenschappen, inkomensgaranties.'
'Het valt op hoe de ideeën van voorbij-de-groei-denkers bij jongeren leven. De vakbonden moeten tonen dat ze aan hun kant staan.'
'Dat zien we momenteel nog veel te weinig. Het just transition fund van de Europese Commissie gaat vandaag vooral naar bedrijven die daarmee banen moeten creëren. Als we onze eieren in die mand leggen, heb ik er minder vertrouwen in. Al bij al hebben ook de SDG’s weinig aandacht voor hoe we werknemers en sociale bescherming kunnen versterken. Dat moet anders. Zonder een goed werkende welvaartsstaat kunnen we de klimaattransitie niet aan.’
Wat kunnen de vakbonden op hun beurt leren van de klimaatbeweging?
ARABADJIEVA ¬ ‘Bij veel jongeren leeft de idee dat vakbonden een verouderd instituut zijn. Anderzijds zoeken jongeren een radicale systeemverandering. Het valt op hoe de ideeën van voorbij-de-groei-denkers bij hen leven. De vakbonden moeten tonen dat ze aan hun kant staan. Volgens mij biedt dat net veel kansen voor de vakbonden om na te denken over andere manieren van werken buiten economische groei om. In sommige landen, zoals in België en Duitsland, is er veel toenadering tussen de vakbonden en de Fridays for Futures-manifestaties. Een heel hoopvolle zaak.’
Ook de vakbond moet het paradigma van economische groei dus ‘ontleren’.
ARABADJIEVA ¬ (lacht) ‘Weet je, ik ben opgegroeid in Oost-Europa, Bulgarije. Je zult me niet horen zeggen dat het vandaag in Oost-Europa slechter gaat dan voor de val van de Sovjetunie, maar de beloofde welvaart is er sindsdien ook niet gekomen. Ik ben niet opgegroeid in een booming economie en heb geen herinnering aan jaren van geweldige groei. Misschien ben ik minder vergroeid met de ideologie van de vrije markt en economische groei dan veel West-Europeanen. Dat maakt het makkelijker om voor iets nieuws te pleiten als het oude niet werkt.’