Een bevel om het grondgebied te verlaten is soms hartverscheurend, en de vraag is of terugkeer altijd mogelijk is. In ‘veilige herkomstlanden’ is de politieke situatie inmiddels misschien veranderd. Of het land zelf is soms helemaal geen vragende partij. Waar gaat een terugkeertraject dan naartoe?
Maar over het algemeen liggen de terugkeercijfers laag. Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken kregen in 2023 meer dan 33.000 mensen het bevel kregen om het Belgische grondgebied te verlaten, maar vertrokken amper 6.490 mensen effectief, bijna een op de vijf. Maar die cijfers zijn problematisch.
Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken kregen in 2023 meer dan 33.000 mensen het bevel kregen om het Belgische grondgebied te verlaten, maar vertrokken amper 6.490 mensen effectief.
In sommige landen, zoals Duitsland, liggen ze bijvoorbeeld hoger, omdat mensen voor wie een onmiddellijke terugkeer onmogelijk geworden is, bijvoorbeeld door oplaaiend geweld, een tijdelijke verblijfsstatus krijgen en uit de statistieken verdwijnen. Laten we dus geen appels met peren vergelijken.
Humanitaire achterpoortjes maken het soms moeilijker
Van oudsher moeten asielzoekers in België bijzonder lange procedures ondergaan, in vergelijking met andere Europese lidstaten. Dat had te maken met de grote hoeveelheid van mogelijke statussen die asielzoekers in België konden krijgen, afhankelijk van of je bijvoorbeeld zwanger bent, een studie hebt, ga zo maar door.
Die veelheid bouwde het beleid inmiddels af, onder meer het Europees migratiepact moet voor harmonisering zorgen. Uitgerekte en moeizame procedures zijn voor niemand goed. Vanuit wellicht humanitaire bezorgdheden zijn dat achterpoortjes die het moeilijk maken om een onderscheid te maken tussen wie wel en wie geen recht op internationale bescherming heeft.
Die onduidelijkheid weegt op mensen, ook psychologisch. Neurologisch onderzoek toont aan dat mensen in zo’n stresssituaties nauwelijks nog op langere termijn kunnen nadenken. Als iemand wil kunnen terugkeren, is het belangrijk dat dat snel gebeurt. Hoe langer de procedure, hoe moeilijker dat wordt. Het wordt moeilijker om de herkomst van iemand te achterhalen, en als iemand ergens jarenlang een leven opbouwt – in extreme gevallen wel zeventien jaar – wordt terugkeer helemaal ondoenbaar.
Hoe moet iemand terugkeren naar een land, waar die niemand kent en de taal niet spreekt?
Menswaardig, voorspelbaar, effectief
Wat is rechtvaardig als het over terugkeer gaat? Menswaardigheid altijd voorop staan. Respect, begrip en het internationale rechtenkader van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Geneefse Conventies over burgers en slachtoffers bij gewapende conflicten zijn onaantastbaar.
Menswaardigheid gaat over de behandeling bij een arrestatie, maar net zo goed over waar ze terechtkomen. Is dat een gesloten detentiecentrum, of meer open centra zoals we vandaag vooral voor families en kinderen hebben?
Als iemand wil kunnen terugkeren, is het belangrijk dat dat snel gebeurt.
Mensen hebben vaak ook gewoon even tijd nodig om op adem te komen. Soms zijn ze jaren onderweg, koestert de familie in het herkomstland grote verwachtingen over opgestuurd geld, en is het een schande als ze toch terugkeren. Een dak boven je hoofd, iets te eten, en iemand die je kunt vertrouwen en informatie verstrekt, zijn dan al heel wat.
Daarnaast hangt de rechtvaardigheid van het terugkeerbeleid samen met voorspelbaarheid. Wie heeft recht op internationale bescherming en wie niet? Welke trajecten zijn er voor legale migratie? Duidelijke en voorspelbare criteria zijn elementair. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze gelijk behandeld worden.
Maar dan nog moet je die regels kunnen implementeren. Zonder effectieve implementatie wordt het terugkeerbeleid een loterij. We moeten dus bereid zijn om te investeren in voldoende mensen en middelen.
Toen Abdessalem Lassoued in naam van Islamitische Staat twee Zweedse voetbalsupporters vermoordde in Brussel wezen politici meteen naar het herkomstland dat zogezegd niet wilde meewerken aan een terugkeer, waardoor Lassoued, ondanks een lopende gevangenisstraf, nog steeds in België was. Uiteindelijk bleek dat Tunesië wél een uitleveringsverzoek had ingediend, maar dat de bevoegde magistraat daar geen gevolg aan had gegeven.
Terugkeercoaches
Vandaag staat er een nieuw systeem van coaches of begeleiders bij terugkeer op til. Dat is een interessante ontwikkeling in Europa, waarin België en Frankrijk een voortrekkersrol spelen. Het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers Fedasil heeft dat uitdrukkelijk naar voor geschoven.
Mensen in een irreguliere situatie krijgen de kans om naar een return desk te gaan en gesprekken te voeren over een mogelijk terugkeertraject. Het is arbeidsintensief en kostelijk, maar veel menswaardiger en bovendien zien we al dat het de vrijwillige terugkeercijfers verbeterd.
Een nieuw systeem van begeleiders bij terugkeer staat op til. Een menswaardige ontwikkeling in Europa, waarin België en Frankrijk een voortrekkersrol spelen.
Ik weet niet of de stok achter de deur van de gedwongen terugkeer nodig is, ook om tot vrijwillige terugkeer aan te zetten. Sommigen, zoals staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor (cd&v), beweren van wel. Anderen, zoals de mensen van ngo Caritas International, beweren dat ze met voldoende tijd en begeleiding altijd aan vrijwillige medewerking kunnen werken.
In de wetenschappelijke cijfers zien we in ieder geval geen evidentie voor een hoger terugkeerpercentage bij strengere regels voor gedwongen terugkeer. Of het nu gaat om mogelijke woonstbetredingen, of om een hogere maximumtermijn voor detentie van mensen zonder wettig verblijf tot 18 maanden, zoals het nieuwe migratiewetboek van staatssecretaris De Moor voorschrijft.
Het voortschrijdend inzicht over welke maatregelen werken, en welke niet, is al bij al erg recent. Begeleiding bij vrijwillige terugkeer, en goede relaties met derde landen, daarvan weten we dat het werkt. Dat is de reden van de huidige migratieakkoorden met Tunesië, Mauritanië, of Egypte. Als klein land zijn onze onderhandelingshefbomen beperkt, maar goede samenwerkingen mét aandacht voor meer dan opvang, zoals tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen, zijn raadzaam.
In de wetenschappelijke cijfers zien wegeen evidentie voor een hoger terugkeerpercentage bij strengere regels voor gedwongen terugkeer.
Een collega van het Migration Policy Institute Washington, ons zusterinstituut uit de Verenigde Staten, vertelde me onlangs over het werk dat de Verenigde Staten investeert in samenwerkingsakkoorden met Centraal- en Latijns-Amerikaanse landen om de migratiebewegingen over de Amerikaans-Mexicaanse grens te organiseren. Mobility officers informeren mensen op migratieroutes over hoe ze op een legale en veilige manier kunnen migreren, en bekijken met hen of er geen oplossing dichter bij huis is. Dat helpt.
Arbeidsschaarste
We leven vandaag in het verhaal dat migratie iets is dat ons overspoelt. Dat is niet zo. Veel aspecten van migratie worden bepaald door beleidskeuzes, maar we durven nog te weinig grote analyses aan over welke asielopvang haalbaar en welke arbeidsmigratie wenselijk is. We denken te veel als crisismanagers.
Canada streeft er vandaag naar om jaarlijks 500.000 nieuwkomers aan te trekken, een enorm aantal.
Of we het nu willen of niet, onze demografische ontwikkeling, met een steeds ouder wordende bevolking, vereist dat we die debatten over een langetermijnstrategie voeren. Onze welvaartsstaat is gebaseerd op werk en op arbeidsparticipatie. Hoe kunnen we zowel onze welvaart, als onze economische competitiviteit behouden?
Migratie biedt in dat opzicht, wars van het rechts-populistische verhaal, ook opportuniteiten. Maar dan hebben we nood aan gedegen macro-economische analyses over hoe banen zullen veranderen, welke sectoren meer automatisering en digitalisering zullen kennen, en waar we specifiek arbeidsmigranten nodig hebben.
Canada streeft er vandaag naar om jaarlijks 500.000 nieuwkomers aan te trekken, een enorm aantal. Dat moet de arbeidsschaarste oplossen en de welvaartsstaat betaalbaar houden. In Nederland heeft de uittredende regering-Rutte een commissie gevraagd om de impact van verschillende migratiescenario’s op de samenleving te onderzoeken. Zo’n studie is een mooie oefening voor elke nieuwe regering.
Behoud de ruimte voor open debat
Maar het politieke landschap verandert. Met het Migration Policy Institute werken we vooral achter de schermen, en we merken dat het in sommige landen almaar moeilijker wordt om een open gesprek over migratie te voeren. De politieke druk op het thema is soms eenvoudigweg te groot.
In Finland en Zweden, waar respectievelijk de extreemrechtse Finnenpartij en Sverigedemokraterna (weliswaar met gedoogsteun) mee besturen, lukt het niet meer om dat soort maatschappelijk-demografische uitdagingen te benoemen. De consequentie is dat personeelstekorten in de zorg, geschrapte lijnen bij het openbaar vervoer, of de levensvatbaarheid van bakkers of slagers in de middenstand onder druk staat, en dat politici daar uit anti-migratie-sentiment de ogen voor sluiten.
Wij proberen ruimte te creëren voor beleidsmakers om op een open manier gevoelige en complexe vraagstukken over migratie te bespreken. Die ruimte mogen we niet verliezen. In België is die er mijns inziens nog wel. Gelukkig maar. Laat het een les zijn voor politici. Wie voortdurend negatief communiceert over nieuwkomers ondergraaft het draagvlak in de samenleving en dreigt uiteindelijk in eigen voet te schieten.