Terwijl extreemrechtse partijen lang inhoudelijk tegen de Europese Unie gekant waren, proberen ze vandaag het Europese project van binnenuit te kapen voor eigen doeleinden. Sinds enige tijd kunnen we een grensoverschrijdend netwerk van actoren van extreemrechts in Europa waarnemen.
In het Europees Parlement verzamelen ze zich in fracties zoals Identiteit en Democratie, waarin onder meer Vlaams Belang en het Duitse Alternative für Deutschland (AfD) samenwerken.
Volker Weiß

De nauwe contacten tussen AfD en Vlaams Belang bleken onlangs eens te meer uit de uitnodiging van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken op het Pfalztreffen van AfD op 24 juni, een politiek evenement voor AfD-leden en sympathisanten met als titel ‘Europa herdenken’. Daar verscheen Van Grieken samen met Alice Weidel, fractieleider van AfD in de Bundestag. Nadien plaatsten ze een foto van de bijeenkomst op X, het voormalige Twitter, vergezeld van een spreuk.
Van Griekens uitspraak is een explosieve toespeling op een politieke herwaardering van het Duitse oorlogsverleden.
‘Wer niederkniet, kniet immer wieder. Wie knielt, blijft knielen. Wie zich verontschuldigt voor zijn verleden, blijft zich verontschuldigen. Wees trots!’
Die groet aan Van Griekens Duitse kameraden verschijnt zonder context of duidelijke aanleiding, maar is niet mis te verstaan. Wat we hier zien, is wat we dog whistle politics noemen, een succesvol recept van extreemrechtse politici. De bedoeling is om boodschappen te geven die qua vorm dubbelzinnig lijken, maar waarvan de eigen achterban de inhoud helder kan ontcijferen. Als een ‘hondenfluitje’ is de werkelijke boodschap dus niet voor iedereen hoorbaar.
Wanneer die boodschap aanslaat, schuift de grens van wat sociaal acceptabel is in het publieke discours verder op naar rechts. Zo niet, dan is het gemakkelijk om van een ‘misverstand’ terug te krabbelen. De methode is allang legio in fascistische strategische handboeken onder de term anschlussfähige provokation, een ‘aansluitbare provocatie’.
Martin Sellner, de jonge Oostenrijkse voorman van de neofascistische Identitäre Bewegung Österreich, heeft het zelf helder geformuleerd in zijn boek Regime Change von Rechts: ‘De handelingen, termen, beelden en ideeën moeten zich in het grensgebied van het Overton-venster (het spectrum aan politieke ideeën die het grote publiek aanvaardt) bevinden. Ze moeten dus zo ongeveer zegbaar zijn (aansluiten bij het gemeengoed), maar tegelijkertijd het bewustzijn van het publiek aanscherpen en hen over de streep trekken (provoceren).'
Schuldcultus
In dit geval dient de provocatie een historisch-politieke interventie. Van Griekens uitspraak is een explosieve toespeling op een politieke herwaardering van het Duitse oorlogsverleden. Decennialang streden politieke kampen en Duitse generaties tegen elkaar voor een zelfkritische houding tegenover de misdaden van het nationaalsocialisme.
De letterlijke knieval die voormalig verzetsstrijder en toenmalig bondskanselier Willy Brandt in Warschau in 1970 pleegde voor het gedenkteken van de opstand in het getto van Warschau 27 jaar eerder, was in dat historisch proces een keerpunt dat de basis legde voor een nieuw hoofdstuk in de Europese geschiedenis. Een jaar later kreeg Brandt de Nobelprijs voor de Vrede.
De letterlijke knieval in 1970 van toenmalig bondskanselier Willy Brandt voor het gedenkteken van de opstand in het getto van Warschau, was een historisch keerpunt. Volgens Van Grieken is knielen een gebaar van eeuwige onderwerping.
Knielen, volgens Van Grieken is het een gebaar van eeuwige onderwerping. ‘Wie knielt, blijft knielen.’ Zijn slogan op sociale media en oproep tot ‘trots’ op het verleden spot niet alleen met dit herdenkingsproces, maar ook met de slachtoffers van het nazisme en de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bovendien getuigt zijn houding van een opmerkelijke politieke onvolwassenheid, want wie de schaduwen van het verleden niet onder ogen kan zien, zal nauwelijks in staat zijn om in het heden en in de toekomst verantwoordelijk te handelen.
Willy Brandt knielt voor het monument voor het getto van Warschau © PAP/ Stanisław Montenegroski (7 december 1970)
Bij AfD zal Van Griekens slogan begrepen worden omdat hij perfect aansluit bij hun beleidsstandpunten uit het verleden. De partij heeft het herdenkingsbeleid, dat evenzeer gaat over de Belgische slachtoffers van de Duitse bezetting, altijd afgewezen. In haar kringen wordt een kritische reflectie op de eigen geschiedenis gehekeld als een schuldcultus.
Erevoorzitter en oprichter van AfD Alexander Gauland bagatelliseerde het naziregime als een Fliegenschiss, een vliegenstipje op de Duitse geschiedenis. Björn Höcke, fractievoorzitter van AfD in het Thüringse parlement, riep dan weer op tot ‘een ommekeer van 180 graden’ in de Duitse herinneringscultuur. Alice Weidel zelf kondigde onlangs aan dat 8 mei 1945, de dag waarop Nazi-Duitsland officieel capituleerde, voor haar stond voor de ‘nederlaag van haar eigen land’, niet het moment waarop de nazi-overheersing in Duitsland en in Europa eindelijk eindigde.
Collaboratie
Belgen zouden eens zo alert moeten zijn voor zo’n historisch revisionisme, vlak over de grenzen heen. De retoriek van Van Grieken toont nogmaals hoezeer de huidige Europese rechterzijde, samen met de intellectuele nalatenschap van La Nouvelle Droite, ‘Nieuw Rechts’, de erfgenaam is van de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De orde die zij nastreven is geen vredesorde, maar wil net de beschavingspogingen van de naoorlogse periode teniet te doen.
Dat geldt niet alleen voor de geschiedenis, maar net zo goed voor het sociaal beleid. Want hoezeer deze actoren zichzelf ook verkopen als de vertegenwoordigers van de ‘gewone man’, het zijn vooral de lagere klassen die weinig van hen mogen verwachten. Dat is zeker duidelijk bij AfD. Al jaren kondigen ze het aan, maar vooralsnog heeft de partij nog geen sociaal- of pensioenbeleid gepresenteerd.
Haar financiële, loon-, en belastingpolitieke eisen, net zoals haar parlementaire stemgedrag, tonen aan dat ze een vertegenwoordiger is van de middenklasse en de nationale economische belangen. Bundestag-parlementslid Tino Chrupalla benadrukte onlangs na een vergadering achter gesloten deuren van de AfD-fractie dat men zich ‘de verzorgingsstaat niet meer kan veroorloven’, en Alice Weidel plaatst zichzelf in de antivakbondstraditie van Bris oud-premier Margaret Thatcher. AfD vertegenwoordigt een achterhaald beeld van het gezin en een beleid dat tegen de belangen van werkende vrouwen en alleenstaande moeders ingaat.
Alleen Europese contranetwerken en een resolute afwijzing van de provocaties van AfD of Vlaams Belang kunnen effectief zijn tegen deze aanvallen op de welvaartsstaat. Het gaat erom samen een humaan Europa te verdedigen, met verantwoordelijkheid voor de geschiedenis.