Ik wil de aandacht vestigen op dat laatste cijfer. De inkomsten stijgen. De zaken draaien. Een ziekenhuis is geen disruptieve startup met gewaagde business case. Het is een businessmodel met bewezen staat van dienst. Het wordt steeds drukker in ziekenhuizen. Het aantrekken van klandizie was – het COVID-tijdperk uitgezonderd – nooit een probleem.
Hoe dat komt? Onder andere omdat onze bevolking veroudert. De levensverwachting blijft stijgen in België. Voor mijn gender ligt de prognose ondertussen op 79 jaar, mijn vrouw mag er nog vier jaar bijdoen. Wie ouder is, doet echter meer beroep op de gezondheidszorg en is vatbaarder voor ziektes. 69 procent van de vrouwen en 81 procent van de mannen zijn 60 jaar of ouder als ze een kankerdiagnose krijgen. De Stichting Kankerregister verwacht dat het aantal nieuwe kankergevallen in België de komende jaren blijft stijgen. De kost voor kankerbehandelingen blijft logischerwijs ook toenemen. Recent bleek uit cijfers van onze studiedienst dat de uitgaven voor medicijnen jaar na jaar stijgen, vooral door kankerbehandelingen.
De kost van de sociale zekerheid wordt door steeds minder schouders gedragen. Onze bevolkingspiramide is vormeloos geworden. Onze gezondheidsuitgaven nemen toe, meer dan ons bruto binnenlands product groeit. In 2023 bedroeg ons gezondheidszorgbudget 35,2 miljard euro. In 2024 zal dat 37,8 miljard zijn: 2,6 miljard euro meer. Als we het geld volgens de heersende curatieve logica blijven uitgeven, zal er nooit genoeg van zijn. Begrijp me niet verkeerd: het is onze taak om voor al onze zieken te blijven zorgen. Maar de uitgaven voor de gezondheidszorg zullen blijven stijgen als we ons systeem niet fundamenteel herdenken.
Er is ook goed nieuws, over onze prestaties die we met dat budget financieren. Kijken we opnieuw naar kanker: het Belgisch sterftecijfer voor kanker behoort tot een van de laagste in de EU. Onze kankerzorg scoort hoog. Onze gespecialiseerde artsen zijn absolute toppers in hun vak. Onze curatieve zorg speelt in de hoogste divisie, en met succes. Ik pleit ervoor om dat topniveau ook naar een andere tak uit te breiden. Die van de preventie.
Als niemand meer zou roken, zouden we 1 op 3 kankers vermijden. Ook alcohol is een vermijdbare risicofactor van kanker. 1 Belg op 2 kampt met overgewicht. Obesitas speelt een rol in tal van ziektebeelden, zoals diabetes. Als mensen minder roken, drinken of te zwaar zijn, hebben ze meer kwalitatieve levensjaren. De kans dat ze in een ziekenhuis belanden is niet tot nul herleid, maar ze belanden er wellicht pas later in hun leven.
De wiskunde is simpel, de te boeken winsten zijn op termijn groot. Je moet geen Nobelprijs op je schouw hebben staan om deze oplossing aan te dragen. Toch gebeurt dat niet.
De vraag is wie het geld voor preventie zal krijgen. De financiering van onze zorg gaat uit van budgetten per ‘silo’. Elke beroepsgroep uit de sector, krijgt een budget toegewezen. Dat is historisch zo gegroeid. In de jaarlijkse onderhandelingen tussen de ziekenfondsen en de zorgverstrekkers gaat het steeds over wie wat krijgt om zijn patiënten te genezen: zoveel naar de artsen, zoveel naar de kinesisten, zoveel naar de verpleegkundigen etc. Preventie is geen beroepsgroep. Preventie heeft geen gezicht. Preventie beperkt zich ook niet tot één silo of één groep van zorgverleners. Preventie vergt samenwerking: van zorgverleners, maar ook van de verschillende beleidsniveaus in ons land. Preventie geneest niemand, maar voorkomt dat mensen vroegtijdig ziek worden of overlijden. Vandaag gaat amper 2 procent van ons gezondheidszorgbudget naar preventie.
Niemand owned preventie, om een buzzword te gebruiken. Het is nochtans hoog tijd dat iemand het eigenaarschap van preventie opneemt. Of beter: dat we het met zijn allen opnemen. Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel, zette me in een recent interview aan het denken. Hij vertelde dat hij op de fundamenten van zijn ziekenhuis een gezondheidshuis wil bouwen. In dat huis draait het niet om het repareren van wat kapot gaat maar om het voorkomen dat het fout loopt, met lichaam en geest. Een interessant experiment. Preventie is niet louter het meer en beter informeren van de individuele patiënt. Het gaat om een systeemverandering die sterker inzet op vroegdetectie, gedragsverandering, een ander beleid en een gezondere omgeving.
Het druist fundamenteel in tegen zijn eigen businessmodel, gaf Noppen ook toe. Ziekenhuizen winnen vooral bij ziekte, niet bij gezondheid, omdat de financiering dezelfde logica volgt. Met die kanttekening dat ziekenhuizen ook een groot deel van de preventieve screening voor hun rekening nemen.
We zijn vandaag met mutualiteiten, de bevoegde ministers en het RIZIV aan het discussiëren of en met hoeveel de groeinorm voor de gezondheidszorg nog moet stijgen volgend jaar. Ik stel voor dat we effectief voor een stijging gaan, maar dat we wat erbij komt qua budget exclusief aan preventie met bewezen meerwaarde besteden.
Preventie heeft vandaag geen goede business case omdat het verdienmodel niet aantrekkelijk lijkt. Dat is kortzichtig. Denk eens aan al die gezonde mensen, zonder fysieke kwaaltjes, zonder burn-out, die gezwind elke dag aan de slag kunnen gaan om hun steentje bij te dragen aan de samenleving. Dat is pas een businessmodel waarin een gezonde bevolking centraal staat, dat is pas een onweerlegbare logica.
Luc Van Gorp, voorzitter CM Gezondheidsfonds
