De coronacrisis – die trouwens nog niet voorbij is – is naadloos overgegaan in een zorgcrisis. Voor het eerst lijken we te beseffen dat zorg niet onuitputtelijk is en dat we in de toekomst vaker keuzes zullen moeten maken over de zorg die we wel of niet kunnen bieden. Want de vergrijzing gaat onverminderd door. En de gevolgen van de klimaatopwarming, die ook een zware impact heeft op onze gezondheid, laten zich sterker voelen.
Daar komt vandaag de energiecrisis bovenop. Steeds meer mensen geven aan dat ze moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze stellen gezondheidszorg uit omdat ze vrezen de rekening niet te kunnen betalen. Het verdween wat in de marge van het nieuws, maar ook daarom is het belangrijk dat vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, sociale partners en regering er opnieuw in geslaagd zijn om een akkoord te sluiten voor het budget van de gezondheidszorg voor 2023.
Want daarin zijn expliciet maatregelen opgenomen die de kwetsbaarste patiënten moeten beschermen. Zo blijven onder meer de remgeld-plafonds van de maximumfactuur ongewijzigd. Daardoor zullen mensen met een beperkt inkomen volgend jaar niet plots meer moeten betalen voor gezondheidszorg. Er wordt ook gekeken hoe we automatische toekenning van de verhoogde tegemoetkoming, die onder meer toegang geeft tot het sociaal energietarief, kunnen uitbreiden.
We staan voor zware tijden. De systemen waar we jarenlang op gebouwd hebben, zijn niet meer bestand tegen de complexiteit vanonze hedendaagse samenleving. Ook de gezondheidszorg moet het roer omgooien om de uitdagingen de baas te kunnen. Dat kan alleen als we samenwerken, vanuit één basisprincipe: we laten niemand in de kou staan, letterlijk noch figuurlijk.