De prijsstijgingen zijn nog lang niet op hun retour. Dat werd een tweetal weken geleden nog maar eens duidelijk, toen het inflatiecijfer voor september 11,27 procent liet optekenen. Het hoogste in bijna een halve eeuw. We moeten terug tot 1975 om nog hogere maandcijfers te vinden. Dat recordgetal kwam niet uit de lucht vallen, want al sinds begin 2021 is de inflatie maand na maand blijven stijgen.
We moeten dus steeds dieper in onze buidel tasten om de winkelkar te blijven betalen. Als dat nog lukt, tenminste. Want de prijzen mogen dan wel maand na maand stijgen, onze lonen doen dat niet. ‘In het allerbest geval verhoogt je loon nadat de spilindex overschreden werd’, zegt Chris Serroyen, hoofd van de ACV-studiedienst. ‘De aanpassing van je loon aan de gestegen levensduurte loopt met andere woorden altijd achter de feiten aan. Want je in de periode voor de indexering al meer hebt moeten betalen, ga je nooit gecompenseerd krijgen en ben je dus kwijt.’
Zo’n automatische indexering na het overschrijden van de spilindex is er voor ongeveer 44 procent van de werknemers. Serroyen: ‘Voor meer dan de helft van de werknemers worden lonen geïndexeerd op vaste tijdsstippen. Om de drie maanden, halfjaarlijks of zelfs slechts één keer per jaar. In dat laatste geval moet je in afwachting van de indexering van je loon zelf alle prijsstijgingen dragen.’
Te traag voor iedereen
Het ACV berekende dat de vertraging waarmee lonen de echte prijzen volgen iedereen geld kost. Iemand met een mediaanloon dat slechts een keer per jaar geïndexeerd wordt, betaalt tussen februari 2021 en januari 2023 bijna 3 400 euro extra, louter om dezelfde levensstandaard aan te houden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor bedienden onder het paritair comité 200, zowat een derde van alle bedienden in de Belgische privésector. ‘Maar ook wie recht heeft op vier indexeringen per jaar mag zelf 2 080 euro opleggen om de facturen gedurende die twee jaar te blijven betalen’, verduidelijkt Serroyen.
‘En vergeet daarnaast ook niet de groep die helemaal geen recht heeft op een indexering. Dat is realiteit voor 1,7 procent van de werknemers. Als de werkgevers dat via de tweejaarlijkse loononderhandelingen niet willen compenseren, dan moeten zij op die twee jaar zelfs bijna 5 220 euro meer betalen om in hetzelfde levensonderhoud te blijven voorzien.’ Die vaststelling leidt tot de duidelijk vraag van het ACV om voor iedere werknemer een automatische indexeringen te voorzien.