In januari volgt de laatste stap in het federale meerjarenplan om enkele minimumuitkeringen op te krikken bovenop de indexering. Zo zal onder andere het minimumpensioen voor werknemers met 2,08 procent stijgen. Dat brengt het minimum voor alleenstaanden met een volledige loopbaan van 45 jaar op 1.738,55 euro bruto per maand. Verder stijgen de werknemerspensioenen boven de minima die in 2019 zijn ingegaan met twee procent. In mei krijgen alle gepensioneerden in het werknemersstelsel ook nog 2,55 procent meer vakantiegeld.
Voor zieken, invaliden en slachtoffers van een beroepsziekte of arbeidsongeval is er eveneens goed nieuws. Het loonplafond waarop het pensioenbedrag wordt berekend verhoogt opnieuw met 1,1 procent voor nieuwe gevallen. De inhaalpremie voor invaliden zonder gezinslast stijgt in 2024 nog eens met 5 euro. Dat wordt in mei uitbetaald. Hoofd van de ACV-studiedienst Chris Serroyen vindt de verhogingen een positieve zaak, maar ziet ook dat de regering niet alle gemaakte beloftes nakomt. ‘Van de aangekondigde verhogingen voor 1 januari 2024 bleef alleen een beperktere verhoging van het minimumpensioen over.
Aangekondigd was een verhoging met 2,65 procent, maar dat werd nu toch nog teruggeschroefd. De andere aangekondigde verbeteringen werden om budgettaire redenen geschrapt, zoals de 40 miljoen euro die gepland was voor het optrekken van de minima voor volledig werklozen.’
Ontdek hier alle verhogingen in een oogopslag:
Voor de werknemerspensioenen:
- Het minimumpensioen wordt op 1 januari 2024 met 2,08 procent verhoogd. Dat brengt het minimum bij een volledige loopbaan van 45 jaar voor een alleenstaande op 1.738,55 euro bruto per maand, dus 35,42 euro meer. Voor een gezinspensioen wordt dat 2.172,50 euro.
- Voor weduwen of weduwnaars met een overlevingspensioen of tijdelijke overgangsuitkering wordt het minimum 1 715,31 euro bruto op 1 januari 2024.
- Voor pensioenen die boven het minimum zitten en die in het jaar 2019 zijn ingegaan komt er 2 procent bij op 1 januari 2024.
- Voor wie nieuw op pensioen gaat wordt het loonplafond waarop het pensioenbedrag wordt berekend opnieuw verhoogd met 2 procent op 1 januari 2024.
- Voor werknemers met lage lonen maar minstens 15 jaren loopbaan stijgt het minimumjaarrecht en het grensbedrag voor het minimumjaarrecht opnieuw met 2 procent op 1 januari 2024. Dat houdt in dat voor de loopbaanjaren met minstens 104 voltijdse dagen het pensioen minstens wordt berekend op een jaarloon van 32.492 euro.
- Voor wie een pensioen cumuleert met een uitkering bij arbeidsongeval daalt de sociale bijdrage op die uitkering verder van 4,45 naar 3,55 procent. Voor de cumul van pensioen en uitkering voor beroepsziekte gebeurde dit al op 1 juli 2023. Weet dat de bijdrage op uitkeringen bij beroepsziekte of arbeidsongeval normaal 13,07 procent bedraagt. Met het geld van de welvaartsvastheid wisten we dat percentage bij cumul met pensioen de voorbije 9 jaar stapsgewijs te verlagen, om uiteindelijk gelijk te brengen met de maximumbijdrage van 3,55 procent op het pensioen. Waardoor van de uitkering nu vóór belastingen 10,95 procent meer overblijft dan negen jaar geleden.
- Noteer dat in 2024 ook het vakantiegeld voor gepensioneerden nogmaals omhoog gaat, deze keer met 2,55 procent. Dit komt in mei 2024 op de rekening. Er wordt nog in april een indexering verwacht met 2 procent. Dan zou er als extra vakantiegeld in mei bovenop die indexering nog 29,14 euro bruto bijkomen. In geval van gezinspensioen wordt dat 36,43 euro extra in mei.
Voor zieken, invaliden en slachtoffers van beroepsziekte of arbeidsongeval:
- Voor nieuwe gevallen verhoogt het loonplafond waarop het pensioenbedrag wordt berekend opnieuw met 1,1 procent op 1 januari 2024.
- Voor uitkeringen die boven het minimum zitten en die in het jaar 2019 zijn ingegaan komt er bruto 2 procent bij op 1 januari 2024.
- De sociale bijdrage die op de uitkering bij arbeidsongeval moet worden betaald bij cumul met een pensioen daalt verder tot 3,55 procent op 1 januari 2024.
- Het vakantiegeld voor invaliden zonder gezinslast stijgt in 2024 nog eens met 5 euro. Dit wordt in mei uitbetaald. De invaliden met gezinslast kregen de volledige verhoging al in mei 2023.