Wie als poetshulp werkt, komt te vaak in aanraking met hormoonverstoorders. Heel wat schoonmaakmiddelen zitten er vol mee. Sterker: hoe lekkerder de geur van je product, hoe groter de kans op een hormoonverstoorder. Hormoonverstoorders zijn gevaarlijke chemische stoffen, die effect kunnen hebben op het voortplantingssysteem, het immuunsysteem, de hersenen en allerlei vormen van kanker uitlokken. Vandaag staat op een gemiddeld schoonmaakproduct zo goed als geen informatie. Terwijl een heel lage dosis van een hormoonverstoorder al enorm schadelijk kan zijn.
Lavendelgeur
Kris Vanautgaerden, algemeen secretaris van ACV Voeding en Diensten: ‘In een doorsnee supermarkt zie ik nog steeds vijf soorten javel staan met allerlei geurtjes, van lavendel tot dennen, terwijl die producten absoluut niet onschadelijk zijn. Het grootste probleem zit bij particuliere cliënten, daar is helemaal geen controle. Poetshulpen die werken bij mensen thuis, krijgen niet altijd gezonde producten om mee te werken. Er bestaat voorlopig geen kader of regelgeving hierrond. Die langdurige blootstelling aan schadelijke stoffen maakt onze poetshulpen ziek. Maar er zijn mogelijke oplossingen, waar we als vakbond mee aan sleutelen. ’
Zwarte zeep
Het verhaal van poetshulp Béatrice Bolland illustreert de sluimerende problematiek. Béatrice worstelde lange tijd met een longprobleem. ‘Na consultatie bij een dokter kwam naar boven dat mijn gezondheid ernstig was aangetast door jarenlang gebruik van agressieve schoonmaakmiddelen. Ik kon deze producten niet meer verdragen en ben op zoek gegaan naar alternatieven. Natuurlijke producten zoals bicarbonaat en azijn blijken even effectief als schoonmaakmiddel en zijn veel gezonder. Vandaag probeer ik mijn collega’s te overtuigen om hiervoor te kiezen. Niet evident, want veel poetshulpen kiezen voor ‘harde’ producten om tijd te besparen.’
Wetgeving
Vandaag is er zogoed als geen wetgeving rond hormoonverstoorders. Op een gemiddeld etiket van schoonmaakproducten staat zogoed als geen informatie. Je weet dus niet welke stoffen erin zitten en welke gevaarlijke eigenschappen ze hebben.
Kris Van Eyck, expert welzijn op het werk bij het ACV: ‘Heel wat producten zijn zogenaamd altijd ‘veilig’ omdat je een stof die minder dan 0,1 procent van het product uitmaakt niet moet vermelden. Maar net dat maakt het extra gevaarlijk, omdat hormoonverstoorders al bij heel lage dosissen zeer schadelijk kunnen zijn. Zo weet een gebruiker niet hoe schadelijk een product eigenlijk is.’
Europese wetgeving voorziet vanaf dit jaar eindelijk de mogelijkheid om hormoonverstoorders te vermelden op een etiket. Alleen moet nog eerst onderzocht worden om welke stoffen het precies gaat. Maar de bewustwording hierrond is volop bezig.
Van Eyck: ‘Minister van Werk Dermagne heeft voorgesteld om hormoonverstoorders te integreren in de wetgeving kankerverwekkende stoffen. Dat is absoluut goed nieuws. In die wetgeving staat bijvoorbeeld dat, als het technisch mogelijk is om een stof te vervangen, je dat moet doen. Gevaarlijke stoffen vervangen is de beste manier om de gezondheid van werknemers te beschermen. Wanneer de wetgeving gepubliceerd wordt - en we hopen dat dit snel gebeurt - kunnen we dit hard maken bij de werkgevers. Er zal nog veel werk zijn om de wetgeving in de praktijk te brengen, maar het gaat vooruit. En dat is positief.’