Bedrijfsleiders die hun privéverbouwingen op de zaak zetten of privéuitgaven zoals schoolboeken van de kinderen inboeken als beroepskosten zijn misschien niet de subtielste vormen van belastingfraude, maar komen regelmatig voor, vertelt belastingcontroleur V.*
Jaarlijks ontglippen de fiscus zo heel wat inkomsten. Studies schatten tussen de acht en twaalf miljard euro. Tegelijk wordt het bedrag dat belastingcontroleurs jaarlijks terecht recupereren steeds kleiner. Waar de fiscus in 2017 nog 1,2 miljard euro aan inkomstenverhogingen bij aangiftes van kmo’s kon doorvoeren, was dat bedrag gedaald tot 865 miljoen in 2020.
Jaarlijks ontglippen de fiscus heel wat inkomsten, studies schatten tussen de acht en twaalf miljard euro.
De verklaring is niet ver te zoeken. Het aantal controleurs is tussen 2016 en 2021 gedaald met maar liefst 21 procent. Volgens een verslag van het Rekenhof is het aantal controleurs daarmee drie keer sneller afgebouwd dan andere diensten van de FOD Financiën.
Volgens een ministerieel besluit uit 2017 van de toenmalige regering-Michel, zouden alle vertrekkende controleurs een op een vervangen worden. In zijn rapport stelt het Rekenhof vast dat van die belofte niets in huis is gekomen.
Bovendien merkt het Rekenhof op dat de daling van het aantal controles en het verlies aan inkomsten dat daarmee gepaard gaat buiten proportie zijn. Om weer daadkrachtig te zijn, is minstens een verdubbeling van het aantal controleurs nodig, schat onze bron.
Explosie vennootschappen
Zowel V. als andere getuigen binnen de FOD kaarten dat gevecht tegen de bierkaai aan, vooral door de enorme toename van vennootschappen. Enkele weken geleden meldde zakenkrant De Tijd dat het aantal managementvennootschappen in ons land de kaap van 80.000 gerond heeft, een verdubbeling op zes jaar tijd.
‘We mogen alleen deelaspecten van een bedrijf controleren. Daardoor mis je heel wat zaken en krijg je geen totaalzicht.’
Bron FOD Financiën
Die vennootschappen worden vooral gebruikt om minder inkomensbelasting te betalen. ‘Tegelijk blokkeert de lobby een doorgedreven digitalisering van de volledige boekhouding en facturen. Die zou vanaf 2026 moeten intreden, maar de lobby eist talloze uitzonderingen. Dat gebeurt waarschijnlijk onder druk van de vennootschappen die in het leven zijn geroepen met als enige doel belastingontwijking’, klinkt het binnenskamers bij de FOD.
De controleurs klagen ook het vernieuwde controlesysteem aan dat enkele jaren geleden in werking trad na een herstructurering onder toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). Waar ze tot toen de kans kregen om elk voor controle geselecteerd bedrijf volledig door te spitten, wijst een centrale selectieprocedure hen sindsdien een deelaspect toe.
‘Zo mogen we bijvoorbeeld alleen de ingebrachte kosten controleren en niet de omzet of andere aspecten van het dossier. Daardoor mis je heel wat zaken en krijg je geen totaalzicht op de situatie. Echt grondige controles gebeuren eigenlijk niet meer. Hooguit twee à drie procent van de vennootschapsaangiftes wordt nog volledig onder de loep genomen.’
Opsmukken
Een duik in de cijfers leert dat hoewel het aantal gecontroleerde aangiftes ongeveer op peil gebleven is, het aantal échte controles gehalveerd is de voorbije tien jaar.
Hoogleraar fiscaal recht aan de VUB Michel Maus (foto inzet): ‘Het cijfermateriaal dat de FOD Financiën in zijn jaarverslagen vrijgeeft, is zeer schaars en weinig transparant.'
'Bovendien is er enkele jaren geleden een verandering in de rapportage doorgevoerd, waardoor bij het totaal aantal controles ook elke handeling wordt geteld waarbij contact wordt opgenomen met de belastingplichtige, omdat bijvoorbeeld geen contactgegevens ingevuld werden of waarbij er kleine rechtzettingen gebeuren. Zo kun je natuurlijk makkelijk schermen met hoge controlecijfers.’
‘Bedrijven worden maar eens om de 40 à 50 jaar gecontroleerd.’
Michel Maus, hoogleraar fiscaal recht
Volgens Maus loopt een bedrijf dan ook maar kans om één keer om de 40 tot 50 jaar gecontroleerd te worden. ‘Dat cijfer moet echt beter. Wanneer je fraude wilt tegengaan, moet je inzetten op controle. Financiën argumenteert vaak dat ze dankzij technologische middelen de controles gerichter en met minder mankracht kunnen uitvoeren, maar dat weerspiegelt zich niet in de feiten. Tegelijk moet de fiscaliteit eenvoudiger. De regels zijn intussen zo ingewikkeld dat het ook voor de controleurs een haast onmogelijke zaak is geworden.’
Antwoord FOD Financiën (Algemene Administratie van de Fiscaliteit)
Vooraf
Zonder verduidelijking van de in het artikel gebruikte termen (pakkans, fiscale fraude <> fiscale controle, …) en bronvermeldingen voor de geciteerde cijfers en studies verkiest de FOD Financiën niet in te gaan op de geciteerde cijfers.
Wel willen we graag ons controlebeleid nog even toelichten om alvast deze misverstanden uit de wereld te helpen en enkele onjuiste beweringen in de tekst weerleggen.
Controleaanpak op basis van risicoanalyse
Onze risicoanalyse-diensten brengen alle mogelijke risico’s in kaart en ontwikkelen maatregelen om deze te beheersen. In dat kader ontwikkelen zij onder andere beheersacties en controleacties die specifiek gericht zijn op het afdekken van deze risico’s. Dat betekent echter niet dat een medewerker het te controleren topic (bijvoorbeeld de omzet) niet mag uitbreiden met andere topics (bijvoorbeeld kosten) bij een vermoeden van misbruik. Hij mag een dossier dat op basis van risicoanalyse werd geselecteerd voor een bepaald fiscaal risico dus uitbreiden als hij hiervoor indicaties heeft.
Verder kan een medewerker ook zelf een dossier selecteren voor controle wanneer hij bepaalde inbreuken vermoedt.
Ons controlebeleid werd ook al door het Rekenhof onder de loep genomen en globaal positief geëvalueerd. We citeren: ‘De FOD Financiën hanteert een modern beleid voor de fiscale controle, dat in overeenstemming is met de internationale goede praktijken en dat is uitgesplitst in coherente en goed gedocumenteerde processen.’ We zijn ondertussen aan de slag gegaan met de realisatie van de aanbevelingen van het Rekenhof zoals ook blijkt uit de veralgemeende uitrol van BasketFisc. Dat leidt tot een meer gelijke behandeling van de belastingplichtigen en tot meer flexibiliteit voor de organisatie.
Personeelsbeleid voor de vervanging van de uitstroom
Het klopt dat wij geconfronteerd worden met een grote uitstroom aan controleurs en met de uitdaging hen te vervangen. We bevestigen evenwel dat de topprioriteit ligt op het invullen van onze controlefuncties, maar ook onze organisatie ontsnapt niet aan de krapte op de arbeidsmarkt. Voor het invullen van onze behoeften zijn we bovendien afhankelijk van het aantal kandidaten dat slaagt voor de procedures van Werkenvoor.be en van hun interesse in onze administratie. Ondanks de krappe arbeidsmarkt, blijven we er alles aan doen om het nodige personeel zo snel mogelijk aan te werven. De nodige budgettaire middelen om de controlecapaciteit op peil te houden zijn aanwezig.
Managementvennootschappen ontsnappen niet aan controle
Sinds 2015 worden jaarlijks een behoorlijk aantal managementvennootschappen onderworpen aan een controle. Het aantal voor controle geselecteerde dossiers stijgt jaarlijks. Het is dus zeker niet zo dat deze vennootschappen amper gecontroleerd worden.
Rol van de cijferberoepen
De bewering dat een lobby van de cijferberoepen een doorgedreven digitalisering van de boekhouding en facturen zou blokkeren, is ongefundeerd. Het toepassingsgebied van de verplichte elektronische facturatie inzake B2B die vanaf 2026 zal intreden, omvat integendeel maar een zeer beperkt aantal uitzonderingen (gefailleerden, forfaitaire regimes die sowieso uitdoven tegen 1.1.2028,…) waardoor 99,5% van alle btw-plichtigen gevat worden. Dat zijn ongeveer 1.200.000 ondernemingen, inclusief micro-ondernemingen. De sector van de cijferberoepen kampt met tekorten, waardoor digitalisering voor hen net een belangrijk hulpmiddel is om het werk gedaan te krijgen, en éénmanszaken die geen accountant vinden, zelf hun administratie kunnen doen. De invoering van de verplichting wordt begeleid door een stakeholderoverleg (BEG – business expert group) waarin ITAA participeert.
Cijfers
We verwijzen graag naar onze enerzijds en van de controle anderzijds met een opsplitsing van het aantal controles die centraal, dan wel lokaal werden geselecteerd.
Reactie Visie:
De cijfers uit het artikel zijn grotendeels zoals gepubliceerd afkomstig uit een rapport van het Rekenhof, waarnaar de FOD ook zelf in hun antwoord verwijst. De schatting van de misgelopen belastinginkomsten komt oorspronkelijk van Groen-covoorzitter Jeremie Vaneeckhout en werd gefactcheckt door Knack, die op basis van verschillende bronnen besluiten dat de uitspraak eerder waar was.
De redactie van Visie legde bovenstaande reactie van de FOD ook aan de getuigen uit het stuk voor. Ze erkennen dat de reactie van de FOD de officiële lijn aangeeft, maar voegen er aan toe dat die tot hun spijt niet altijd in de praktijk wordt uitgevoerd, wat ze met hun getuigenissen wilden aantonen. Zo klopt het dat controleurs volgens de regels wel buiten de hen opgelegde zaken mogen controleren, maar dat ze daarvoor onder andere toestemming moeten vragen aan hun overste, wat een te grote drempel vormt voor velen. Door de onderbezetting van de dienst moeten veel controleurs dat extra werk laten liggen omdat ze hun targets anders niet halen. Dus hoewel het mogelijk is, gebeurt het in de praktijk daardoor amper, melden onze getuigen.
De FOD merkt op dat Visie zou insinueren dat managementvennootschappen amper gecontroleerd worden, maar dat wordt in het artikel niet geuit. Waar het stuk wel op wijst, is dat er een enorme toename aan dat soort vennootschappen heerst, die als voornaamste doel hebben om inkomen uit arbeid als bedrijfsinkomsten te klasseren, waardoor er minder belastingen op betaald moeten worden. Maar door de sterke stijging van het aantal vennootschappen en een gelijktijdige daling van het aantal controleurs, daalt wel de globale kans op controle van alle vennootschappen.
*Naam bekend bij de redactie.