De stof wordt vooral gebruikt in de productie van harde plastics, maar was vroeger ook aanwezig in warmtegevoelig papier dat gebruikt wordt voor onder andere kassatickets. ‘Europa heeft intussen al stappen genomen om het gebruik terug te dringen. In producten voor kinderen onder de drie jaar werd BPA al verboden. Desondanks blijft de stof alomtegenwoordig, zo blijkt uit het de studie van het EMA. Bovendien moeten we waakzaam zijn voor de mogelijke risico’s van de stoffen die ter vervanging gebruikt worden’, stelt Kris Van Eyck, expert welzijn op het werk bij het ACV.
Alomtegenwoordig
Het onderzoek bevestigt de nood aan aandacht voor chemische stoffen. Een aantal van de stoffen waar we dagelijks mee in aanraking komen kunnen een impact hebben op de hormonen in ons lijf, de zogenaamde hormoonontregelende stoffen. Cosmetica, verzorgingsproducten, schoonmaakmiddelen, verf, plastics …: de lijst aan producten met hormoonontregelende producten is lang.
Wie er in geringe mate mee in contact komt, loopt risico op neveneffecten. Maar wie op zijn werk er elke dag langdurig mee in contact komt, of in een bedrijf werkt waar hormoonontregelende geproduceerd worden, kan wel degelijk geconfronteerd worden met gezondheidsproblemen. De blootstelling aan die stoffen wordt in verband gebracht met onder meer een toename van de onvruchtbaarheid, verstoringen van het immuunsysteem, een misvorming van het voortplantingsstelsel, vroegtijdige borstontwikkeling bij meisjes, teelbalkanker, borstkanker, zwaarlijvigheid, diabetes, ADHD en de ziekte van Alzheimer.
Risicoberoep kapper
Een van de beroepsgroepen die regelmatig in contact komen met gevaarlijke stoffen zijn kappers- en schoonheidsspecialisten, weet Dimitra Penidis van de studiedienst van ACVBIE. ‘We hebben hier al vaak de aandacht op gevestigd. Daardoor werd tien jaar geleden een cao afgesloten ter preventie van gezondheidsrisico’s. Sindsdien is er onder andere meer aandacht voor afwisselende taken in een vochtige en droge omgeving om huidaandoeningen tegen te gaan.’
Penidis dringt aan op meer onderzoek naar de veiligheids- en gezondheidsrisico's en naar vruchtbaarheidsproblemen bij werknemers in de kapperssector. ‘Wanneer je bijvoorbeeld kijkt naar cosmetica wordt er vooral rekening gehouden met de gezondheid van de consument en niet van de kappers en schoonheidsspecialisten. Wij willen daarom een herziening van de Europese reglementering voor cosmetica en een evaluatie van de risico's voor professionele gebruikers.’
België gidsland
Ook Kris Van Eyck ijvert voor een doortastende en eenvormige Europese aanpak. ‘In België kunnen we onze werknemers wel zo goed mogelijk proberen te beschermen met onze nationale wetgeving, maar veel van die stoffen komen via andere landen bij ons binnen. Daarom is een strenge internationale aanpak noodzakelijk voor het welzijn van alle werknemers in de EU.’
De beste preventie is om dergelijke gevaarlijke stoffen volledig te bannen. ‘Maar wanneer dat niet mogelijk is moet het STOP-principe worden toegepast’, verklaart hij. Dat principe houdt in dat er in eerste instantie wordt gekeken naar substitutie, dus het vervangen van gevaarlijke stoffen door een veiliger alternatief, zoals bij de kassatickets al gebeurde. Wanneer dat niet mogelijk is, wordt er gekeken naar technologische ingrepen zodat de concentratie van de stof wordt verminderd, denk maar aan een goede ventilatie. Dan kun je ook zorgen voor organisatorische maatregelen die de blootstelling in tijd of het aantal blootgestelde werknemers beperkt. Tot slot moet de werkgever ook zorgen voor goede instructies en opleiding bij het werken met zulke stoffen en, pas als al deze maatregelen onvoldoende zijn, afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoenen en maskers.
‘Gelukkig neemt België een voortrekkersrol om medewerkers te beschermen tegen de gevolgen van de blootstelling aan die stoffen’, vindt Van Eyck. ‘Sinds 18 juli worden hormoonontregelende stoffen in België gelijkgesteld met kankerverwekkende stoffen. Daardoor moeten ondernemingen dezelfde strenge preventiemaatregelen toepassen. Voorlopig gaat het om een lijst van 33 chemische stoffen, maar die kan voortdurend aangevuld worden wanneer een nieuwe stof door Europa wordt erkend als hormoonontregelend.’