Deze week ligt de productie van een van de automodellen bij Volvo Cars Gent drie dagen stil. Door aanvallen van Houthi-rebellen uit Jemen op de Rode Zee vermijden vrachtschepen die route. Daardoor komen sommige onderdelen met vertraging aan in ons land, waaronder ook een essentieel onderdeel voor de productie bij Volvo.
‘Volvo zoekt waar mogelijk leveranciers uit de omgeving, of op z’n minst binnen Europa. Dat is niet ideologisch, maar vooral om zekerheid te garanderen’, zegt Marc Verslycke, ACV-vakbondsafgevaardigde bij Volvo Cars Gent. Dat de band bij Volvo Gent nu drie dagen stilligt, toont volgens hem hoe een lange en vooral wereldwijde productieketen vatbaar is voor externe invloeden. ‘De band ligt volledig stil omdat we moeten wachten op versnellingsbakken. Die komen helemaal uit Japan.’
Niet duurzaam
Maar ook zonder rebellengroepen die de aanvoerketen doorknippen, is het niet optimaal om af te hangen voor onderdelen van fabrieken aan de andere kant van de wereld. Verslycke: ‘De minste verstoring onderweg vertaalt zich in een vertraging bovenop de zes weken die de onderdelen sowieso al onderweg zijn.’ Volgens de vakbondsafgevaardigde is lokale productie daarom in de eerste plaats van belang voor ondernemingen zelf. ‘Daarnaast is het natuurlijk beter voor het milieu. Een zwaar onderdeel als de versnellingsbak helemaal uit Japan laten komen, is niet duurzaam.’ Volvo Cars wil ten laatste in 2040 volledig klimaatneutraal produceren. Het bedrijf zelf erkent dat daarvoor ook de uitstoot die voortkomt uit toeleveringen van groot belang is. ‘Wat ook zou helpen, is een Europese CO2-taks op onderdelen die van ver moeten komen’, suggereert Verslycke.
Waarom komen die onderdelen dan helemaal van de andere kant van de wereld? ‘De ontwikkeling van een model gaat vooraf aan het zoeken naar toeleveranciers. Dan blijkt soms pas bij de productie dat niet alle onderdelen lokaal aangeleverd kunnen worden. Al lost zich dat later soms wel op.’ Zo sluit Verslycke het niet uit dat het gewraakte onderdeel over enige tijd wel in de EU geproduceerd zal worden. ‘Het is misschien een kwestie van tijd.’
De Lijn
Ondertussen leerden we uit de corona- en energiecrisis dat we in de EU enorm afhankelijk zijn geworden van buitenlandse productie, of het nu gaat om mondmaskers of energie. Hetzelfde geldt voor halfgeleiders – zeg maar computerchips. ‘Die hebben we ook nodig om auto’s te produceren, maar ze komen nog vaak van buiten de EU’, zegt Verslycke. ‘Het toont vooral aan dat we het op Europees niveau moeten aanpakken. Én erin moeten investeren, want dat doet een land als China ook. Door die subsidies kunnen we het als klein land nooit redden tegen de Chinese concurrentie.’ Dat De Lijn als Vlaamse vervoersmaatschappij dan toch Chinese bussen boven lokale productie verkiest, helpt dan ook niet bij het uitbouwen van sterke lokale sectoren, concludeert de afgevaardigde.