Cursussen stressmanagement, sessies mindfulness, yogaklassen, weerbaarheidsapps op de telefoon, tot zelfs pingpongtafels op de werkvloer. In navolging van – vaak Amerikaanse – bedrijven en organisaties vinden zulke programma’s ondertussen ook bij ons ingang. Het idee: ze maken werknemers gelukkig, en dat zorgt weer voor een hogere productiviteit. Klinkt goed, maar enkele recente onderzoeken zetten dat idee nu helemaal op zijn kop.
Onderzoekers van de Universiteit van Oxford zagen hoe de zogenaamde welzijnsprogramma’s bij bijna 50.000 werknemers eigenlijk geen effect hadden op hun mentaal welzijn. Een Amerikaanse studie kwam recent tot soortgelijke conclusies.
Eerdere, kleinschalige studies zagen soms wel, en soms geen effect. ‘Nu zien we voor het eerst dat bijvoorbeeld een mindfulnesstraining of een yogales op een werkvloer eigenlijk geen meetbaar effect heeft op ons welzijn’, zegt Maarten Hermans, expert welzijn op het werk bij het ACV. ‘Nochtans passen veel managers van die leuke initiatieven toe. Goedbedoeld of om de indruk te wekken dat ze werken aan het mentaal welzijn van de medewerkers.’ Sommige initiatieven, zoals smartphone-apps, blijken zelfs onze mentale gezondheid negatief te beïnvloeden.
Cijfers tonen ondertussen wel hoe mentaal welzijn een grote maatschappelijke uitdaging is. Zo verklaren depressies en burn-outs een kwart van alle langdurige arbeidsongeschiktheid, volgens het Riziv. Tussen 2016 en 2021 kende ons land zelfs een stijging van meer dan 46 procent van het aantal mensen in langdurige ziekte als gevolg daarvan. Hermans: ‘Daarom is het belangrijk om vooral die factoren aan te pakken waarvan wel bewezen is dat ze ons mentaal ziek maken, zoals lange werktijden, werkonzekerheid, lage autonomie en hoge werkdruk. Dat zijn structurele problemen, waar werkgevers en politici hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Welzijnsbeleid dat zich enkel richt op de individuele werknemer, is louter een pleister op een houten been.’
Moeten alle pilates- en yogaklassen tijdens de middagpauze dan op de schop? ‘Sommigen vinden die momenten inderdaad een meerwaarde op hun werk’, erkent Hermans. ‘Maar beschouw het net zoals een salariswagen als een extraatje boven op het loon.’ Wat Hermans betreft is het alleszins helemaal fout om zulke sessies tot het welzijnsbeleid te rekenen.