Ann Vermorgen (58)
Op 1 januari volgde Ann Vermorgen Marc Leemans op als voorzitter van het ACV. ‘Het wordt een lastig jaar, houden mensen me al voor’, zegt ze. ‘Ze hebben het dan vooral over de politieke verkiezingen en de opmars van extreemrechts. Ik voel veel angst en onzekerheid. Maar ik ben zelf geen angstig persoon, ik wil rustige vastheid uitstralen. Veel mensen snakken ook naar meer rust in de samenleving.’
Vindt u het zelf belangrijk om de eerste vrouwelijke ACV-voorzitter te zijn?
VERMORGEN ¬ ‘Daar ben ik trots op. Niet voor mezelf, maar omdat vrouwen een lange weg hebben afgelegd om kansen te krijgen aan de top. Vandaag heeft het ACV-bestuur een goed man-vrouw-evenwicht, maar laat ons eerlijk zijn, dat was twintig jaar geleden zo goed als ondenkbaar. Dat is het resultaat van bewustwording en volgehouden actie. Dat hebben we ook nodig voor andere vormen van diversiteit, zoals voor mensen met een handicap of mensen met een migratieachtergrond.’
‘Het is belangrijk dat werknemers en afgevaardigden zich kunnen herkennen in hun vakbond. We moeten een plaats zijn waar mensen zich thuis voelen. Ik geef toe dat we voor die diversiteit nog wel een tandje kunnen bijsteken.’
Bovendien werken heel wat mensen geïsoleerd, of in verschillende statuten met weinig sociale bescherming, waardoor ze moeilijker te verenigen zijn.
VERMORGEN ¬ ‘Ik zelf kom uit de tijd van de nepstatuten van de jaren tachtig. Ik heb ze allemaal doorlopen: de tewerkgestelde werkloze, het B.T.K.-statuut, (bijzonder tijdelijk kader, red.), de werknemer in het ‘Derde Arbeidscircuit’. Ik herinner me nog hoe ik als jonge vrouw van de KAJ op de startmeet van de Ronde van Vlaanderen zat om te protesteren tegen uitzendwerk, dat vooral jongeren trof. Dat was spannend. Zou de politie ons oppakken? Ik weet niet of ik dat vandaag nog zou durven. (lacht) Ik dacht dat we die tijd achter ons gelaten hadden, maar ik zie steeds meer gelijksoortige statuten ontstaan.’
‘Politici willen een werkzaamheidsgraad van 80 procent, maar hoe duurzaam zijn flexi-banen, platformwerk of uitzendwerk voor die mensen zelf? Probeer daarmee maar eens een huis te kopen. Met die verschillende statuten van tewerkstelling, en met slogans en populistische taal creëert men spanningen op de werkvloer, en zet men mensen tegen elkaar op.’
Dat brengt ons bij het verkiezingsjaar 2024 en bij de opmars van extreemrechts.
VERMORGEN ¬ ‘Wij moeten niet met het opgestoken vingertje zeggen wat mensen wel en niet mogen denken, maar het is wel onze verantwoordelijkheid om de leugens van Vlaams Belang te doorprikken. Op een verbindende manier. Vlaams Belang komt met een ogenschijnlijk sociaal verkiezingsprogramma. Ze beloven van alles. Maar als het zover is, stemmen ze in het Europees Parlement tégen de verhoging van de minimumlonen. Ze stemmen voor de loonnormwet, die opslag tegenhoudt, en over grote vermogens hoor ik ze nooit. Vlaams Belang ligt helemaal niet wakker van ongelijkheid, of van een fiscale hervorming om de koek eerlijker te verdelen.’
‘Het is niet de partij van de gewone man. Het is een racistische partij die mensen tegen elkaar opzet, haat predikt, en verdeling in de samenleving zaait. Syndicalisten zoals wij wil het monddood maken. Willen we echt in zo’n samenleving wakker worden?’
‘Tegelijk kunnen centrumpartijen vaak geen echt sociaal programma voorleggen. Ik hoop dat zij heel goed beseffen wat er leeft bij de mensen. Politici vergeten weleens dat een hele grote groep kiezers werkers zijn. De 5.000 euro van de Vlaamse regering voor wie een elektrische wagen koopt, is een mooi voorbeeld van hoever de politiek soms van de realiteit staat. Wie kan zich zo’n wagen veroorloven? Wie treft het als De Lijn 3.200 bushaltes afschaft? Daar word ik kwaad van. Zien politici nu echt niet dat zoiets alleen maar leidt tot meer ongenoegen bij gewone mensen?’
'Het is onze verantwoordelijkheid om de leugens van Vlaams Belang te doorprikken'
Wat is volgens u de verantwoordelijkheid van de vakbond bij dat maatschappelijke ongenoegen?
VERMORGEN ¬ ‘Het is onze taak om concrete alternatieven aan te reiken. Het is dankzij ons dat we een sterke sociale zekerheid, een automatische loonindexering, of een tijdelijke werkloosheidsregeling hebben die stabiliteit brengen in turbulente tijden. Daardoor doen we het vandaag beter dan onze buurlanden. Het blijft een belangrijk gevecht om die verworvenheden veilig te stellen. De grote uitdaging voor werkgevers en vakbonden wordt om elkaar daarin opnieuw te vinden.’
Dat sociaal overleg zit nu al ruim een decennium muurvast.
VERMORGEN ¬ ‘De Zweedse regering-Michel en de verstrenging van de loonnormwet in 2017, een inbreuk op de vrije loononderhandelingen, heeft dat inderdaad heel moeilijk gemaakt. Maar het geeft hoop dat we elkaar opnieuw vonden tijdens de COVID-19-crisis. Als puntje bij paaltje komt, hebben wij verantwoordelijke leiders. Dat geloof ik echt.’
‘We zullen elkaar in de Groep van Tien (waar werkgevers en vakbonden onderhandelen over bijvoorbeeld een loonakkoord, red.) moeten leren vinden. Ik heb op het Vlaamse niveau ondervonden dat het helpt om elkaar regelmatig te zien, ook als het kot niet in brand staat. Er zullen altijd verschillen in standpunten zijn, maar je moet de andere partij ook respecteren. Wij vertegenwoordigen de miljoenen werknemers in dit land. Als men dat weglacht, vind ik dat zeer misprijzend. Het zijn die mensen die zorgen voor welvaart, niet alleen de ‘bedrijven’.’
Tot slot, zal u als voorzitter nog de tijd vinden om mee te zingen in het koor waarin u zit?
VERMORGEN ¬ (lacht) ‘Er is één groot optreden in het jaar, en ze verwachten van mij toch dat ik meezing. Elke stem telt.’