De bevriezing van de huurwoningen die Diependaele vorig najaar in het leven riep voor woningen met een energielabel E en F, had tot doel huurders tegen de gevolgen van de sterk stijgende levensduurte te beschermen. Voor woningen met een label D mocht de indexering slechts gedeeltelijk toegepast worden. Daarnaast moest het verhuurders ook aan te zetten de slechtst geïsoleerde woningen aan te pakken. Maar op 30 september komt er een einde aan die maatregel omdat de energiecrisis achter de rug is, volgens de minister.
Die beslissing valt allerminst in goede aarde bij de huurdersbonden, vertelt Joy Verstichele van het Vlaams huurdersplatform. ‘Gemiddeld kunnen de huurprijzen daardoor zo’n 30 tot 40 euro per maand stijgen. Dat lijkt misschien niet veel in vergelijking met de inflatie, maar we mogen niet vergeten dat die huurders daarbovenop nog steeds een hoge energiefactuur moeten betalen.’
Verstichele noemt het een goede zaak dat de indexering niet met terugwerkende kracht mag toegepast worden, maar waarschuwt tegelijk voor de gevolgen. ‘De goedkoopste huurwoningen behoren doorgaans tot de slechtst geïsoleerde. Maar net dat is ook de plek waar de relatie tussen de huurprijs en het inkomen het meeste onder druk staat. Dat zijn vaak huurders die al een groot deel van hun inkomen aan de huur afgeven. Zij hebben weinig tot geen ruimte om prijsstijgingen op te vangen zonder op basisuitgaven te besparen.’
Einde van de crisis
Expert energiearmoede bij SAAMO Stefan Goemaere deelt de bezorgdheid van het Huurdersplatform. ‘Op dit moment lijkt het hoogtepunt van de crisis achter de rug. We zien nu inderdaad geen exuberante pieken meer van 350 euro per megawattuur voor gas en zitten met een prijs rond de 38 euro zo’n tien keer lager dan tijdens de uitschieters van de crisis. Maar dat is nog steeds dubbel zo veel als twee jaar geleden. De energiefactuur ligt dus gevoelig hoger dan wat we gewend waren. Dat is vooral problematisch voor wie net geen recht heeft op het sociaal energietarief. Dat zijn niet toevallig ook die mensen die op de private huurmarkt een slecht geïsoleerde woning moeten huren.’
Voor zijn werk komt Goemaere langs bij mensen in energiearmoede. Met hen kijkt hij hoe hun verbruik op een gezonde manier omlaag kan, zonder aan de basisnood te raken. ‘Voor de crisis kwam ik in de winter vaak in huizen waar het amper zo’n zeventien graden was. Afgelopen winter was dat vaak zelfs maar veertien graden. Die mensen hebben in huis twee truien aan omdat ze hun verwarming niet durven aanzetten. Dat leidt niet enkel tot vochtproblemen, maar heeft ook een weerslag op hun gezondheid. Voor die mensen is de crisis dus allesbehalve voorbij.‘
Oplossingen
Om huurders van slecht geïsoleerde woningen verder te ondersteunen stelt Joy Verstichele dan ook voor om de bevriezing van de huurprijsverhogingen te verlengen tot 2030. Dat onderschrijft ook Stefan Goemaere. ‘We moeten ervoor zorgen dat alle huurwoningen op termijn aan de huidige energieprestatiestandaards voldoen. Doordat de maatregel slechts één jaar van kracht was, kunnen we maar moeilijk een effect zien. Bovendien mogen vanaf 2030 geen (half)open woningen meer verhuurd worden met energielabel F en rijwoningen en appartementen met een EPC-label E en F. Maar omdat de verhuurders in de tussentijd niet grondig aangespoord worden om hun panden te renoveren, vrezen we dat heel wat verhuurders de kat uit de boom kijken en in 2030 hun woningen verplicht van de markt worden halen, terwijl er al zo’n groot tekort is aan betaalbare huurwoningen.’
Om te voorkomen dat door de renovaties de huurprijzen te fel stijgen waardoor huishoudens met een lager inkomen uit de markt geprijsd worden, stelt Verstichele voor om tegelijkertijd de huursubsidies uit te breiden. ‘We moeten de lage inkomens op de huurmarkt op alle vlakken ondersteunen. Er staan nog steeds meer dan 170.000 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning die intussen op de private huurmarkt moeten overleven. Dus zo lang dat niet iedereen die er recht op heeft kan rekenen op een sociale woning moeten wij zorgen dat zij de nodige ondersteuning krijgen om een woonst te huren die toch aan de huidige minimumeisen voldoet.’
Goemaere wijst daarnaast ook op het verdwijnen van het uitgebreide sociale energietarief. Tijdens de crisis werd de groep van huishoudens die recht hadden op het sociaal energietarief met een half miljoen uitgebreid. Net voor de zomer verloren zij hun recht daarop, iets wat de expert met lede ogen aanziet. ‘Eigenlijk moet iedereen die vandaag recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming ook automatisch aanspraak maken op het sociaal energietarief en andere ondersteunden maatregelen. Bovendien moeten ook de inkomens die daar net boven zitten de nodige ondersteuning krijgen. Het is niet omdat je inkomen één euro boven de grens zit dat je daarmee uit de gevarenzone bent. Daarom pleiten wij samen met tal van armoedeorganisaties voor een getrapt sociaal om dat effect tegen te gaan.’