Arnout Hauben (47)

Harald hauben (54)

Glinsterende ogen typeren de gebroeders Hauben terwijl ze vertellen over hun grote passie: Europa. Naast hun gemeenschappelijk werk bij hun tv-productiehuis De Chinezen, werkt Harald al meer dan twintig jaar als expert sociale zaken op Europees niveau. In die periode is Europa volgens de broers Hauben grondig veranderd. ‘Wij denken vaak aan Oost-Europa als arme, achtergestelde regio, maar dat beeld is volledig achterhaald. Polen is het nieuwe Duitsland. Warschau krijgt de allures van New York. En Estland is intussen het modernste land van de EU. Die omslag is er gekomen dankzij de ettelijke miljarden die Europa terecht in Polen en andere Oost-Europese landen pompt om dat gat in de welvaart tussen de verschillende lidstaten te dichten.’
Is het de verdienste van de EU dat de levensstandaard in die landen verbeterd is?
HARALD HAUBEN ¬ ‘Absoluut. Maar als we bijvoorbeeld naar Roemenië kijken, dan is daar nog steeds veel werk aan de winkel. Toen zij in 2007 samen met Bulgarije toetraden tot de EU, waren ze daar nog niet klaar voor. Ook over de tien landen, waaronder Hongarije, die er in 2004 bijkwamen, kun je discuteren. Die groep kwam er onder druk van de Britten bij. Ironisch genoeg zijn het nu de Britten die de EU de rug toegekeerd hebben. Maar door de Brexit is het makkelijker geworden om sociale maatregelen op Europees niveau in te voeren. Het waren de Britten die altijd op de rem gingen staan. Sinds hun vertrek hebben we onder andere een richtlijn voor een Europees minimumloon en een aanbeveling rond een minimuminkomen. Nu, begrijp mij niet verkeerd, het vertrek van de Britten is wel degelijk te betreuren, want we hebben Groot-Brittannië nodig binnen de EU.’
‘Door de Brexit is het makkelijker geworden om sociale maatregelen op Europees niveau in te voeren.’
Harald Hauben
ARNOUT HAUBEN ¬ ‘Gevoelsmatig leeft bij de Europeaan de indruk dat de EU een ver-van-mijn-bed-show is. Als Europa zich blijvend op de kaart wil zetten, moeten ze de sociale weg kiezen, zodat de inwoners duidelijk zien wat zij eraan hebben. De vernieuwde focus op het sociale kan de redding zijn voor Europa. Met sociale verwezenlijkingen kan de EU de harten van de mensen voor zich winnen, ondanks de domeinen waar ze de publieke opinie niet mee hebben, zoals het migratiebeleid dat niet loopt zoals het zou moeten.’
De invoering van het Europees minimumloon lijkt voor ons vanzelfsprekend. Zal dat een invloed hebben op het leven van de gemiddelde Europeaan?
HARALD HAUBEN ¬ ‘In landen als Italië en Griekenland bestond zoiets niet. Zeker in de context van Europa waar je meer en meer grensoverschrijdende uitzendarbeid en detachering (het uitsturen van arbeidskrachten om in een ander land te werken, red.) hebt. Daarbij moet rekening gehouden worden met de minimale arbeidsvoorwaarden van het gastland. Als je overal in de EU een degelijk minimumloon hebt, dan kun je de levensstandaard van de werknemers opkrikken. Daarmee haal je ook de druk weg op de lonen bij ons.’
ARNOUT HAUBEN ¬ ‘Het opkrikken van lonen is broodnodig. In Griekenland sprak ik met heel wat mensen die het met een miniem inkomen moeten redden. Zij weten zich wel te behelpen door hun sterke familiebanden. Maar je staat echt perplex van de armoede en uitzichtloosheid die je daar ziet. Wie in zo’n situatie zit, heeft vanzelfsprekend een moeilijk toekomstbeeld. Zij hebben een enorm zwartgekleurd beeld van Europa, zeker door de aanpak van de financiële crisis in 2008. We leven in dat opzicht nog steeds vooral in een Europa op twee snelheden.’
Ook op gebied van detachering beweegt heel wat.
ARNOUT HAUBEN ¬ ‘Wij mogen niet vergeten hoe hard wij aangewezen zijn op gastarbeiders. In heel België zijn er bijvoorbeeld slechts enkele tientallen jongeren die elk jaar afstuderen als dakdekker, terwijl wij allemaal onze huizen en daken moeten renoveren om aan de nieuwe energienormen te voldoen. En we willen allemaal zonnepanelen plaatsen zodat we zelf onze energie kunnen opwekken en kunnen besparen op de energiekosten. Al die dakdekkers moeten ergens vandaan komen.’
HARALD HAUBEN ¬ ‘De detachering van werknemers kadert binnen een van de basisgedachtes van de EU: het vrij verkeer van personen en diensten. Maar helaas is er daardoor enorm veel illegale arbeid, niet alleen in de bouwsector, maar in alle sectoren. Het grootste probleem is dat mensen uit derdelanden op illegale wijze worden uitgestuurd en uitgebuit. Brazilianen komen bijvoorbeeld via Portugal in de EU en worden met vervalste verzekeringspapieren uitgezonden naar andere EU-landen. Dat is een carrousel van illegale arbeid en fraude, met als grootste dupe vaak de werknemer zelf. Want wanneer er iets gebeurt, dan laat de malafide werkgever ze vallen als een baksteen. Kijk maar naar de wantoestanden op de Borealis-werf.’
‘We leven in nog steeds vooral in een Europa op twee snelheden.’
Arnout Hauben
‘Europa heeft nu daarom naast een nieuwe wetgeving die betere arbeidsvoorwaarden garandeert ook beslist om de Europese Arbeidsautoriteit op te richten. Dat is een belangrijk instrument om sociale fraude bij internationale uitzendarbeid in de toekomst tegen te kunnen gaan. Hun opdracht is vooral de samenwerking tussen de nationale inspectiediensten te vergemakkelijken. Neem nu de controles op de truckchauffeurs, die vaak derdelanders en dus geen EU-burgers zijn. Daarvoor heb je de verschillende nationale inspectiediensten en politie nodig om dat allemaal te controleren. Maar als je naar onze inspectiediensten kijkt, dan zie je dat die grandioos onderbemand zijn en dus nooit voldoende grondige controles kunnen uitvoeren. Dus een efficiëntere samenwerking met andere inspectiediensten kan alleen maar een verbetering zijn.’
Al jaren is het statuut van de platformwerkers, zoals de maaltijdkoeriers, een pijnpunt. Krijgt Europa hier stilaan vat op?
HARALD HAUBEN ¬ ‘Het Europees Parlement heeft net de richtlijn voor de bescherming van platformwerkers aanvaard. Die moet nu nog de Raad passeren. Mijn schrik is dat daar opnieuw een kink in de kabel komt, want wat het Europees Parlement heeft aanvaard gaat eigenlijk veel verder dan wat de Commissie heeft voorgesteld. Daarin staat onder andere dat er een onweerlegbaar vermoeden bestaat dat elke platformwerker in feite een werknemer is. Een werknemer die dus ook bescherming verdient door alle arbeids- en sociale wetgeving. Daarom is het zo belangrijk dat er nog dit jaar nieuwe wetgeving komt die de statuten en rechten van platformwerkers vastlegt. Ik geloof heel fel dat we stapjes aan het zetten zijn. We geraken er gestaag, maar zeker geen moment te vroeg.’