‘Het dossier van De Lijn is symbolisch’, zucht Tom Vrijens, algemeen secretaris bij ACV-CSC METEA. ‘De Lijn moet mee in de vergroening, op zich een goede strategie, maar de vorige regering investeerde weinig op dat vlak. Nu zien we dat zowel Van Hool als VDL (busfabrikant met vestiging in Roeselare, red.) naast een aanbesteding grijpen.’ Daartegen wist Van Hool wel een order voor 112 batterijbussen binnen te halen voor de Nederlanse vervoersmaatschappij.
Bijzonder jammer, vindt Vrijens, maar bovenal illustreert het een gebrek aan visie. ‘Waar willen we naartoe met ons industriebeleid? We hebben nood aan wat meer economisch chauvinisme.’
Slechtste leerling van de klas
Door de aanbesteding niet toe te kennen aan eigen spelers schept de regering een concurrentieel nadeel. ‘Zo vergroot je de achterstand nog meer ten opzichte van concurrentiereuzen als China’, aldus Vrijens. ‘Vergeleken met andere EU-landen besteedt België veel meer uit aan het buitenland.’
Zich zomaar verschuilen achter strenge Europese regels in het aanbestedingsbeleid, is te makkelijk. Volgens Vrijens kan het aanbestedingsbeleid net zorgen voor meer return on investment. ‘Daarmee bedoel ik dat een weloverwogen beleid een stimulans kan geven aan tewerkstelling in Vlaanderen. Vandaag zien we het omgekeerde.’
Angst voor eigen job
Hoe sterk leeft het klimaatverhaal bij werknemers? Younes*, een jonge West-Vlaamse werknemer in een kleine onderneming, windt geen doekjes om zijn bezorgdheid. ‘Ons bedrijf investeert in de toekomst door nieuwe technologie. Maar de omslag duurt enkele jaren. Daardoor staan vandaag heel wat collega’s regelmatig op tijdelijke werkloosheid, wat het klimaatverhaal niet bepaald populair maakt. Collega’s zien vooral hun inkomen slinken.’
Younes’ verhaal is geen uitzondering, beaamt ACV-CSC METEA-voorzitter Lieve De Preter: ‘De industrie heeft de bocht naar de klimaattransitie zeker ingezet. Maar er bestaan vrij grote onderlinge verschillen. Grotere spelers staan veel verder in de omschakeling dan een kleine kmo. Die laatste heeft het veel zwaarder om te kunnen blijven concurreren.’
Is de angst bij werknemers voor hun baan of een veranderende jobinhoud terecht? ‘Deels wel’, geeft De Preter toe. ‘Ga ik mijn werk behouden? Kan ik binnenkort nog mee? Zal ik mijn inkomen behouden? Daar liggen veel mensen wakker van, wat heel begrijpelijk is.’
Industrie als deel van oplossing
Net op dat snijpunt tussen angst en uitdaging ligt een belangrijke syndicale opdracht, meent De Preter: ‘Willen we vermijden dat de klimaattransitie als een pletwals over ons komt, dan moeten we inzetten op opleidingen. Kijk bijvoorbeeld naar de garagesector, waar nieuwe types wagens binnenkomen. Je moet werknemers daarin opleiden, ook werkgevers hebben daar baat bij. We willen de klimaattransitie hoog op de agenda van het sociaal overleg plaatsen en vermijden dat je over de hoofden van werknemers praat.’
De industrie, die we veelal zien als vervuiler of boosdoener, kan net een deel van de oplossing zijn, benadrukt De Preter. ‘We moeten inzetten op circulaire economie, waarbij we materialen, zoals onderdelen van elektrische wagens, hergebruiken. Op termijn zal dat ons minder afhankelijk maken van grootmachten als China.’
Younes* is een schuilnaam
Minister van economie, innovatie en werk Jo Brouns (cd&v)
‘Concurreren met buitenlandse reuzen waar regels soms veel losser zijn, is inderdaad de grote uitdaging in de klimaattransitie’, zegt Vlaams minister Jo Brouns (CD&V). ‘Maar we kunnen niet vooruitlopen zonder achterom te zien, of we zijn hier al onze basisindustrie kwijt. Daarom moeten we gaan voor procedés die veel minder CO2 uitstoten. Innovatie is altijd al onze sterkte geweest, en we hebben daar de mensen voor.’
‘Ik vind het een goede zaak om bij aanbestedingen meer rekening te houden met andere criteria dan prijs. Tewerkstelling kan daarin een rol spelen, of ook lokale productie met een beperktere ecologische impact.’
‘We onderhandelen trouwens momenteel volop over de Net Zero Industry Act, een wetgevend initiatief (dat deel uitmaakt van de Europese Green Deal, red.) dat we onder het Belgische voorzitterschap van de Europese raad willen afwerken. Hierin bekijken we onder meer welke criteria bij openbare aanbestedingen we willen laten doorwegen. Niet enkel prijs, maar ook bijvoorbeeld duurzaamheid.’