‘Windenergie in burgerhanden zorgt voor stabiele prijzen’
In de Noordzee staan al heel wat windturbines, maar België wil dat vermogen aan windenergie nog eens meer dan verdubbelen. De toewijzingsprocedure om die nieuwe turbines te mogen bouwen en uitbaten, gaat binnenkort van start. Drieëndertig energiecoöperaties verenigden zich als SeaCoop om twintig procent daarvan ‘in burgerhanden’ te krijgen.
De coöperatie moet daarvoor wel opboksen tegen giganten zoals ENGIE of Eneco. David tegen Goliath? ‘Toch staan we sterk in onze schoenen’, zegt Philippe Awouters, coördinator van SeaCoop (foto). ‘Het is een Europese verplichting om in de gunningscriteria rekening te houden met burgerparticipatie, dat speelt in ons voordeel. Tegen 2025 willen we 80 miljoen euro ophalen, onze 100 000 coöperanten willen we verviervoudigen.’
Bij energiecoöperatie Ecopower, dat zich ook in SeaCoop verenigde, bedroeg de verwachte jaarlijkse elektriciteitsfactuur de afgelopen maanden ongeveer de helft van die bij een commerciële leverancier. Een uitzonderlijke situatie, maar gemiddeld waren coöperanten van Ecopower de laatste tien jaar zo’n 100 euro per jaar beter af. ‘Ecopower heeft al maanden een klantenstop omdat de productie de vraag niet kan bijhouden’, weet Awouters. ‘De windturbines op zee zouden de productie van de energiecoöperatieven vervijfvoudigen. Dan kunnen we aan een veelvoud van coöperanten leveren.’
‘De kostprijs van hernieuwbare energie is veel stabieler dan de gasprijs, en op onze manier houden we de productie in eigen handen. Commerciële producenten die de marktprijs volgen kunnen vandaag gigawinsten maken als die marktprijs de hoogte in schiet, maar waarom zouden coöperaties de prijs opdrijven als de coöperanten die toch zelf moeten betalen? Met betaalbare hernieuwbare energie kunnen we iedereen meekrijgen in de energietransitie, niet alleen de happy few.’
Wat is een burgercoöperatie voor energie?
Een burgercoöperatie is een onderneming waar burgers samen eigenaar van zijn. In ruil voor hun investering maken ze gebruik van de diensten van de onderneming, zoals energielevering. Ze bepalen mee de koers van het beleid en kunnen een winstuitkering krijgen.
‘Een reusachtige chauffage voor Roeselare’
De restwarmte van de afvalverbrandingsoven van intercommunale Mirom verwarmt via een warmtenet al honderden afnemers in Roeselare, zoals kantoren, scholen, ziekenhuizen, een zwembad, serres of een volledige woonwijk. ‘Het is niets anders dan een reusachtige chauffage’, legt directeur van Mirom en voorzitter van warmtenetwerk Vlaanderen Koen Van Overberghe uit. ‘Bij ons ontstaat de warmte in de verbrandingsoven, maar je kunt die ook recupereren van bijvoorbeeld fabrieken of datacentrales.’
Een warmtenet laat de geproduceerde warmte niet verloren gaan. Dat werkt het best op grote schaal en in dichtbevolkte gebieden. Vorig jaar waren er nog maar 78 actieve warmtenetten in Vlaanderen, maar onderzoeksorganisatie Vito berekende dat industriële restwarmte tot 52 procent van de Vlaamse warmtevraag kan verstrekken.
‘Als Vlaanderen hier vijf jaar geleden in had geïnvesteerd, hadden we daar nu al de vruchten van geplukt.’
Koen Van Overberghe
Terwijl Scandinavische landen al decennia geleden kozen voor warmtenetten, legde Vlaanderen tot voor kort een wettelijke verplichting op aan de netbeheerders om in aansluitingen op het aardgasnet te voorzien. ‘Daardoor ligt er bij ons nu 30 000 kilometer aardgasnet, terwijl er in Denemarken, dat ongeveer evenveel inwoners als Vlaanderen telt, 30 000 kilometer warmtenet is. 63 procent van alle Denen zijn aangesloten op een warmtenet, in Kopenhagen is dat zelfs 98 procent.’
Met 70 euro per megawattuur ligt de gemiddelde verwarmingsfactuur voor Denen op een warmtenet flink onder de Europese gasprijs. In augustus piekte die op 346 euro per megawattuur, en in september lag die nog boven de 200 euro. De Vlaamse energieregulator (VREG) berekende in oktober 2021 dat de meeste warmtenetgebruikers tussen de 400 en 500 euro per jaar betalen.
‘Tien jaar geleden had Vlaanderen geen enkele interesse in warmtenetten’, aldus Van Overberghe. ‘De energiecrisis heeft overheden wakker geschud. Als Vlaanderen hier vijf jaar geleden in had geïnvesteerd, hadden we daar nu al de vruchten van geplukt.' Momenteel is er een Vlaamse premie in de maak voor warmte-afnemers op een warmtenet, vanaf 1 januari 2023, dat bevestigt het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).
‘Collectief renoveren, want niet veel eigenaars hebben zelf een groot budget’
Sociale woonwijk Egelsvennen in Mol werd vijftig jaar geleden verkozen tot de ‘schoonste wijk van België’, maar inmiddels is de modernistische architectuur aan een renovatie toe. ‘De huidige woningen zijn slecht geïsoleerd’, vertelt Maarten Schellens van de Molse Bouwmaatschappij, die voor de sociale huisvesting in de wijk instaat.
De komende vijf jaar moet dat veranderen: de hele wijk ondergaat een collectieve renovatie, met respect voor de erfgoedwaarde. In september werd alvast een eerste op-en-top gerenoveerde ‘modelwoning’ geopend, het startschot voor het grootschalige masterplan. ‘We isoleerden de spouwmuren, het dak, de vloeren, legden nieuwe gevelstenen en vloerverwarming aan … Dat alles om de woning naar een energielabel A te brengen', zegt Schellens. 'Door de renovatie collectief aan te pakken hopen we tienduizenden euro’s per woning te besparen. Bovendien kunnen we bijvoorbeeld zonnepanelen leggen op woningen die niet in de schaduw van het dennenbos staan, waarvan ook de andere bewoners mee kunnen profiteren.’
In de loop van de jaren werden, zoals in veel sociale woonwijken, 61 van de 155 woningen verkocht aan private eigenaars. Greet Soetaert (foto) verhuisde 31 jaar geleden als sociale huurder en aanstaande moeder naar Egelsvennen. Vijf jaar later kocht ze de woning. ‘Toen al vond ik dat het geld hier buiten vloog’, vertelt ze. ‘Dus stak ik mijn spaarcenten in de beglazing en in isolatie. Als er toen al een collectief project was geweest, had ik mee kunnen genieten van het schaalvoordeel en vandaag een betere energiefactuur gehad. Van 130 euro per maand ging die naar 212 euro. Nu mijn vast contract is afgelopen durf ik niet meer te kijken.’
De renovatieplannen leiden tot enige ongerustheid – ‘Wordt het geen grote werf en zullen geen buren moeten verhuizen?’ – maar dat er iets moet gebeuren is duidelijk. ‘Met een paar buren hadden we het er al over dat ons dak op korte termijn aan vervanging toe is. Daarvan hoop ik mee te profiteren. Maar het moet haalbaar zijn, niet veel eigenaars hebben zelf een groot budget.’
Op zondag 23 oktober kun je deelnemen aan de Klimaatmars in Brussel. De mars start om 13 uur aan het Noordstation.