'Ik had een goede baan maar kwam er plots alleen voor te staan met mijn kinderen’, vertelt Sarah Scheepers. ‘Dan wordt het heel lastig om je werk te combineren met de kinderen, zelfs al heb je een goed loon en een kring van familie en vrienden.’
Zorg en werk combineren vergt het uiterste van ons: mentaal, fysiek én financieel. Meer dan 70 procent van de mensen ervaart een negatieve impact op het dagelijkse leven, blijkt uit een rondvraag van het ACV.
'Mijn vorige werkgever zette me onder druk om geen verlof op te nemen.'
Sarah Scheepers
Sarah kon in terugvallen op ouderschapsverlof. ‘Uiterst noodzakelijk, anders was ik kopje-onder gegaan’, vertelt ze. ‘Mijn vorige werkgever zette me onder druk om geen verlof op te nemen. Gelukkig kon ik uiteindelijk veranderen naar een werkgever die wel ademruimte toeliet wanneer mijn gezin er nood aan had.’
Weinig ademruimte
Of het nu voor je kinderen, ouders, partner of kleinkinderen is, zorgen vergt heel wat van ons, blijkt uit een bevraging van het ACV. 700 mensen vulden die in, van wie 82 procent vrouwen.
Zorg verlenen heeft duidelijk een zware impact. 71 procent ervaart fysieke klachten, terwijl 72 procent regelmatig kampt met stress, somberheid of angst. Ook een sociaal leven onderhouden schiet erbij in: 69 procent kan amper genoeg tijd vrijmaken voor vrienden of familie.
‘Mensen werken zich kapot. Voor betaald werk, maar alle onbetaalde zorg lijkt in onze samenleving op weinig waardering te kunnen rekenen. Dat plaatsen we in het vakje persoonlijke keuze’, duidt Marte Billen van ACV Gender.
‘Tegelijk kan de sociale druk om te zorgen voor naasten groot zijn, bleek uit onze getuigenissen. Als ik niet voor mijn bejaarde moeder zorg, ben ik een slechte dochter. Zo raken mensen in de knel.’
Hap uit de rekening
Minder gaan werken dan maar? Dat blijkt een veelgemaakte keuze. 55 procent van de ondervraagden gaf aan in de afgelopen vijf jaar minder te zijn gaan werken. Om dat te faciliteren kiezen ze vooral voor ouderschapsverlof en tijdskrediet, maar ook vaak voor minder werkuren of onbetaald verlof, met ingrijpende financiële gevolgen.
'Voor veel gezinnen biedt ouderschapsverlof geen oplossing omdat de uitkering ontoereikend is.'
Marte Billen
Maar zelfs wie een beroep doet op tijdskrediet, ziet een stevige hap uit het budget verdwijnen. 61 procent gaf aan het verlies aan inkomen merkbaar te voelen.
‘Voor veel gezinnen biedt een systeem als ouderschapsverlof geen oplossing omdat de uitkering ontoereikend is’, vertelt Billen. ‘Bovendien is de financiële impact op vrouwen veel groter dan op mannen. Meestal kiezen vrouwen ervoor om deeltijds te gaan werken om die zorgtaken op te nemen.’
In 2023 werkte 40,2 procent van de loontrekkende vrouwen deeltijds, tegenover 12,1 procent van de loontrekkende mannen, blijkt uit cijfers van Statbel.
‘Daarin schuilt de hele misvatting over de loonkloof’, gaat Billen verder. ‘Een loonkloof van vijf procent tussen voltijds werkende mannen en vrouwen in België klinkt niet dramatisch, maar houdt geen rekening met alle periodes waarin vrouwen minder werken om te kunnen zorgen. Dan bedraagt de loonkloof zo’n twintig procent.’
Sandwichgeneratie
Lea* (61) beaamt het gebrek aan aandacht voor onbetaalde zorg, ook bij de berekening van het pensioen. ‘Ik ben zelf tien jaar thuisgebleven om voor de kinderen te zorgen. Ik heb zeven kinderen, dus dat was werken van ’s ochtends tot ’s avonds. Nu zit ik in een periode waarin alles samenvalt: de zorg voor mijn hoogbejaarde moeder, mijn werk in het onderwijs en de zorg voor mijn kleinkinderen af en toe.'
'Als ik vroeger niet was thuisgebleven voor de kinderen, kon ik al met pensioen. Ik voel me gestraft voor die keuze.'
Lea
'Tegelijk moet ik nog werken tot ik 66 jaar ben. Als ik vroeger niet was thuisgebleven voor de kinderen, kon ik al met pensioen. Ik voel me gestraft voor die keuze.’
Lea behoort tot de sandwichgeneratie, die klem zit tussen werk, zorg voor kinderen of kleinkinderen, en voor ouders. ‘Sinds het overlijden van mijn vader, zorg ik voor mijn moeder. Ik holde voortdurend van de ene taak naar de andere.'
Daarom schakelde ze van een vier-vijfde-baan over naar halftijds werk met een loopbaanonderbreking voor medische bijstand. 'Mijn lessen groepeerde ik op twee dagen van zeven uur, wat enorm vermoeiend is. Maar ik zag geen andere uitweg om mijn werk te combineren met mijn zorgtaken.’
Rompslomp
Lea voelde al gauw dat het te zwaar was. Ze viel al een paar keer uit op haar werk. Tegelijk ziet ze haar reserve voor loopbaanonderbreking stilaan opraken. ‘Geen idee hoe ik het daarna ga oplossen’, zegt ze.
Haar verhaal legt nog een ander pijnpunt bloot: systemen van verlofstelsels zitten vaak te complex in elkaar. ‘Loopbaanonderbreking voor medische bijstand moet je elke drie maanden opnieuw aanvragen’, gaat ze verder. ‘In mijn sector kon dat tot nu toe niet digitaal, dus draaide dat telkens uit op een tijdrovende administratieve rompslomp.’
Een vereenvoudiging is nodig, vindt het ACV. Bovendien moeten de uitkeringen van verlofstelsels omhoog, zodat de financiële drempel voor gezinnen met een laag inkomen verlaagt. Een andere eis om de combinatie haalbaarder te maken, zijn vijf extra vakantiedagen voor iedereen, mét behoud van loon.
Helaas staan verlofstelsels nu al onder druk. Zo maakte de federale regering begin dit jaar de voorwaarden strenger voor het recht op tijdskrediet voor de zorg voor jonge kinderen.
*Lea is een schuilnaam.